30 juni 2010

Stinkend rijk

Zijn schoenen met hoge hakken beginnen de Franse president steeds strakker te zitten. Nog maar net bekomen van de aanvaring met de internationale voetbalwereld na het ‘verhoor’ van leden van het schandalig presterende Franse elftal, werd deze week duidelijk dat minister Eric Woerth van werkgelegenheid een cheque van 7500 euro heeft geincasseerd voor een klusje bij de rijkste vrouw van het land. Voor de zoveelste keer wordt het bewind Sarkozy gekoppeld aan het schemergebied tussen de buitengewoon rijke, bevoorrechte elite en de politiek verantwoordelijken.

Centraal in de nieuwste affaire staat Liliane Bettencourt, de stinkend rijke erfgename van het L’Oreal-kapitaal en de ongekroonde koningin van de Franse Republiek. Woonachtig in de Parijse voorstad Neuilly-sur-Seine, de voormalige heerlijkheid van Sarkozy, waar hij als oud-burgemeester nog steeds zijn vazallen voor het uitzoeken heeft. En waar mevrouw Woerth een deel van het kapitaal van de miljardaire blijkt te beheren, waarvan € 10 miljard (!) op een geheime Zwitserse bankrekening zou staan. Ook dit schandaal kent geheime tapes, waarop regeringskringen de clan Bettencourt zouden hebben toegezegd deze zaak wel justitieel te regelen.

Links en rechts vinden dat Woerth moet opstappen, maar de hofhouding van Nicolas I doet alleen verontwaardigd. Het kritische weekblad Marianne noemt Frankrijk een bananenrepubliek en de socialistische oppositie is vernietigend bij monde van oud-presidentskandidate Ségolène Royal, die het systeem Sarkozy ronduit corrupt noemt. Op ongemeen felle kritiek uit het Elyséee reageert zij: «Ik durf te zeggen wat miljoenen Fransen denken.”

De messen worden dus geslepen en de verwachting is dat Sarkozy na de vakantie weer een bezem door zijn stal haalt.
Of daarmee de stank verdwijnt…?

Labels: , , , ,

29 juni 2010

Savoie

Honderdvijftig jaar geleden kreeg Frankrijk er een slordige 10.000 km2 berggebied bij, het voormalige hertogdom Savoie. Dat was in 1416 ontstaan toen de Rooms-Duitse keizer Sigismund graaf Amédée de Savoie in zijn Chateau de Chillon aan het Meer van Genève (boven) liet promoveren. Het Huis Savoie wist daarna tot de revolutie in 1792 als onafhankelijk hertogdom aan de oostgrens uit handen van het Franse hof te blijven, hoewel Louis XIV er wel een paar jaar bezettingstroepen legerde. Het nieuwe republikeinse regime, dat de Franse adel letterlijk en figuurlijk een kopje kleiner maakte, annexeerde Savoie na de revolutie en het departement Mont Blanc was geboren.

Na de val van Napoleon in 1814 besloten de Europese mogendheden tijdens het Weens Congres de Savoie voor straf onder te schuiven bij het toenmalige koninkrijk Sardinië. Niet toevallig, want dat eiland was tientallen jaren lang deel van het voormalige hertogdom geweest. Pas na een omstreden referendum in 1860, waarbij de gouverneur van Chambéry de bevolking zelfs opriep kalm te blijven, kreeg Parijs weer de sleutels in handen. Het gebied werd opgesplitst in de huidige departementen Savoie (Chambéry) en Haute Savoie (Annecy).

Ondanks een speciale internetsite gaat de herdenking van het Traité de Turin uit 1860 een beetje aan de Savoie voorbij. Wat cultureels hier, een tentoonstelling daar en natuurlijk een postzegel.

Verder weinig spektakel, behalve de gebruikelijke zomerfeesten in dorp en stad. De Sovoyards zijn al zoveel Frans geworden dat ze gewoon wachten op Quatorze Juillet.

Labels: , , , , ,

28 juni 2010

Poing américaine

Toch even schrikken toen Google Earth met een buitenaards teken in de Languedoc op de proppen kwam. In de vorm van een agressieve poing américaine, een boksbeugel. Door een satelliet ontdekt ergens in het departement Aude. Het deed erg denken aan de merkwaardige tekens die verre voorouders ooit in Zuid-Amerika hebben achtergelaten. In de vorige eeuw was dat dankbaar voer voor semi-wetenschappelijke avonturiers. Voor hen was 't een bewijs dat we afstamden van kosmonauten die ooit met een ruimtetuig hun zaad op aarde hadden vermorst.

Maar we kunnen opgelucht adem halen. Er bestaat gelukkig ook nog zoiets als La Société d'études Scientifiques de l'Aude, doorgeleerde types die elke vierkante meter van hun geboortegrond hebben doorwoeld. De boksbeugel blijkt niets anders te zijn dan een oude zoutwinning op de bodem van een uitgedroogd meertje. Te vinden in een natuurgebied bij het dorpje La Redorte.

De gaten in het bordje zijn er gewoon ingeschoten door goed Frans volk.

We kunnen rustig slapen vannacht.

Labels: , , , ,

26 juni 2010

Belletjes

Het moet in 1531 geweest zijn dat de benedictijner monniken van de abdij van Saint Hilaire (boven) bij Limoux in het departement Aude, er voor het eerst in slaagden hun simpele witte wijn te voorzien van belletjes koolzuur. Lang voordat men in Champagne ook maar de geringste notie had van hun latere godendrank. Want het was Dom Pérignon, een pelgrim van Sainte-Ménehould uit het noorden, die ruim een eeuw later het kunstje van zijn benedictijner broeders afkeek en thuis in het klooster van Hautvillers bij Epernay de eerste fles champagne op zijn naam schreef. Hij werd er wereldberoemd mee, terwijl in Saint Hilaire de druiven zuur waren.

In Limoux probeert men nu met veel marketinggeweld de schade te repareren. Op de etiketten van de Blanquette de Limoux, een sprankelende assemblage van 90% mauzac en nog wat chenin blanc en/of chardonnay, wordt fier gemeld dat in 41 communes rond  het plaatsje van nog geen 10.000 inwoners de oudste vin mousseux ter wereld wordt geproduceerd. De monniken worden postuum opgepoetst als uitvinders van de méthode traditionelle, waarbij de wijn na een eerste gisting op vat ook nog een tweede gisting op fles beleeft. 

Waar of niet, de belletjes uit Limoux (Appellation d'origine Contrôlée sinds 1938) zijn de moeite waard. Al was het maar omdat de prijs per fles slechts een kwart is van de prestigieuze champagne uit de buurt van Reims.
Niet verkeerd met een lange, warme zomer voor de deur.

Labels: , , , ,

25 juni 2010

Kinderkopje

Al in de verre oudheid, pakweg 3000 jaar voor onze jaartelling, werd in het Midden Oosten het mineraal asfalt voor vele doeleinden gebruikt. Men maakte er baden waterdicht mee, de Feniciërs hielden hun schepen er mee drijvend en in Egypte werden blokken van de teersoort toegepast om afbrokkelen van de Nijloever tegen te gaan. Het is niet ondenkbaar dat ook toen asfalt al als verharding werd gebruikt, maar foto's ontbreken helaas...

Parijs heeft de eer de allereerste asfaltweg ter wereld te hebben aangelegd. De Champs Elysées werd in 1825 voorzien van gladde asfaltblokken ter vervanging van de keien die al sinds Romeinse tijden in zwang waren om doorgaande routes te plaveien. Het werd de start van de Franse bitumiers die in Europese steden werden gevraagd om het kunstje met de vloeibare bodembedekker uit te voeren. Zo werd ook in Londen het eerste asfalt van Franse makelij.

Op 29 augustus 1944 tijdens de Amerikaanse overwinningsparade (boven) was de Champs Elysées zo te zien nog mooi glad. Gek genoeg heeft Parijs later het asfalt weer vervangen door pavés, de bekende kinderkopjes. Om de oude sfeer uit het kassei-verleden weer een beetje terug te krijgen.

De renners uit de Tour de France mogen er op 25 juli weer hun eigen kunstje vertonen.

Labels: , , , , ,

23 juni 2010

Fini

Dinsdag 22 juni in de 37e minuut van Frankrijk-Z.Afrika.

Labels: ,

22 juni 2010

Dood water

De stad der dode wateren, Aigues-Mortes. Middeleeuwse stad, maar met een 20e-eeuws stratenplan. Rechttoe, rechtaan. De bouw begon in 1246 nadat Saint Louis, de Franse koning Louis IX, een zoutmoeras met vissersdorp in de Camargue had gekocht. De naam was toen Aquae Mortuae. Hij wilde er een uitvalsbasis bouwen voor kruistochten tegen de islam. Marseille was nog geen deel van zijn koninkrijk, dus moest er een eigen uitweg komen naar de Méditerranée. Twee jaar later, de bouw was nog maar net begonnen, startte al de zevende kruistocht. Voor het eerst verlieten vele honderden ridders en duizenden strijders op 1500 schepen de Franse kust om Jeruzalem van de Saracenen te ontdoen. Het werd een dramatische mislukking. Saint Louis werd in Egypte gevangen genomen en de Franse schatkist was na betaling van het losgeld 400.000 livres lichter (bijna twee keer zoveel als de jaarlijkse belastingopbrengst).

Pas in 1272 was de bouw van de stad gereed, maar de koning was toen al twee jaar dood. Hij stierf aan de pest voor de poorten van Tunis, nadat hij Europa had opgeroepen voor de achtste kruistocht. Ook die vertrok uit Aigues-Mortes, maar deelde het lot van zijn leider. De meeste strijders stierven aan tyfus. Zoon Philippe Hardi (bij ons bekend als Filips de Stoute) liet in de volgende 30 jaar de beroemde muren oprichten. Maar de bewoners zagen nooit meer tempeliers vertrekken. Het tijdperk van de kruistochten was definitief voorbij.


De stad werd overslagplaats voor handel via de Rhône naar het noorden. Door de strategische ligging is er af en toe nog flink geknokt. Bizar is het verhaal uit 1421, toen troepen uit Bourgogne de stad bezet hielden. Eind januari besloten de bewoners, onder leiding van Baron de Vauverde, de soldaten in hun slaap te doden. Dat lukte wonderwel, maar de lijken konden niet buiten de poorten gebracht worden, ook al weer vanwege de pest. De stoffelijke resten werden toen maar onder bergen zout in één van de torens opgeborgen. Nu nog bekend als Tour des Bourguignons.
Eeuwenlange dommel volgde, slechts opgeschrikt door een ordinaire ruzie in 1893 tussen Italiaanse en Franse arbeiders in de omringende zoutvelden. Een forse kloppartij, negen doden en meer dan honderd gewonden. Kranten in die tijd stonden er vol van.

De mythe dat Aigues-Mortes destijds zelf aan zee lag is overigens al lang achterhaald. Schepen vertrokken uit het Etang de la Marette en moesten via een kanaal naar de kust bij Grau-Louis, de plek waar eeuwen later La-Grande-Motte is gebouwd. Léon Dombre, een 19e-eeuwse ingenieur, heeft dat door nauwkeurig onderzoek kunnen aantonen.

Niettemin teert de stad nog steeds op dit verhaal en trekt veel bezoek naar het kaarsrechte stratenplan. Het centrale plein, waar Saint Louis zijn ridders ontving, ligt nu verborgen onder parasols van Heineken en Coca-Cola. In veel restaurants staat de tajine, couscous, harissa en harira prominent op de kaart. Halal is populair.
De in 1297 heiligverklaarde christenvorst, vastgenageld op z'n paard midden op het plein, zou zich in zijn graf omdraaien.

Labels: , , ,

20 juni 2010

Villepinistes

Hoewel de naam Sarkozy niet is gevallen, was oud-premier Dominique de Villepin op 19 juni in de Parijse Halle Freyssinet in Parijs overduidelijk. De troon van Nicolas I moet vallen. Voor 6000 sympathisanten, opgeroepen via villepincom.net, opende  de tegenstander van de huidige Elyséebewoner de verkiezingsstrijd 2012. Aan het hoofd van een nieuwe beweging, maar met  oude waarden. Voor een république solidaire, met verwijzingen naar de oproep van De Gaulle van 18 juni 1940 ‘om de Fransen weer een toekomst te geven’.

De vrijage met de erfenis van De Gaulle is niet nieuw in de Parijse politiek. Velen hebben eerder buurtjeleen gespeeld bij de uitspraken van de oude generaal. Zaterdag ging onder de villepinistes in de hal het gerucht dat Sarkozy en oud-president Chirac, beiden niet vies van een scheut gaullisme in hun verbale soep, samen een chinees hadden bezocht. Bij een bordje saté zouden ze snode plannen hebben gesmeed om de nieuwe uitdager tijdig van de barricaden te verwijderen. Ze zijn bang voor ons, luidde de opgetogen reactie, nadat ook nog doorsijpelde dat de stroom in de hal zou worden afgesloten door vermeende sarkozystes.

De Villepin opende de strijd onder het motto “Quand la France se divise, ce n’est pas la France”. 

Lang en hevig, is de verwachting.

Labels: , , , ,

19 juni 2010

Huîtres

De oester is in Frankrijk nog steeds volksvoedsel. Net als bij de Kelten, die al vóór de jaartelling wisten wat lekker was. Waarschijnlijk geen idee dat het schelpdier eigenlijk Ostrea edulis heette. Dat hadden de Latijnen besloten. Hier vernamen ze dit nieuws pas een paar eeuwen later. Dus niet gehinderd door enige kennis haalden ze de zilte versnapering uit riviermondingen en ondiepe zeearmen. De ostrea doet 't namelijk niet in zoet water. De Kelten zullen 'm levend uit de schelp hebben gegeten, want en gratin was nog niet uitgevonden. Wellicht voor de verstokte vegetariër een doodzonde, maar als huisdier bleek ie toch wat saai.

Opgravers vinden nog wel eens een vergeten plek met hopen lege schelpen. Een Keltisch feestje dus. In die tijd waren het gewoon huîtres sauvages. Tegenwoordig nuttig je vooral de gekweekte nakomelingen. Zowel uit de Méditerranée als langs de Atlantische kusten. In de Languedoc die uit Bouzigues of andere plaatsen rond het Étang de Thau (foto). De eeuwige strijd waar ze 't lekkerst zijn is voor ons inmiddels beslist. Met afstand staan die uit Bélon in het zuiden van Bretagne op de hoogste tree. Ga maar naar Chez Jacky in Port du Bélon bij Riec. Wel effe bellen, de tent zit zo vol.

Oesters zouden potentieverhogend zijn, dus pas op. Afrodisiacum heet dat. Rijk aan fosfor, maar wel in een spannende verpakking. De beroemde driesterren-minnaar Casanova was een grootverbruiker. Hij noemde ze een prikkel voor de geest, de zinnen en de liefde. Je bent gewaarschuwd.
Overigens geldt dit ook voor asperges, artisjokken, pastis, bokkentestikels en klierafscheidingen van bronstige olifanten. Om maar een paar lekkernijen te noemen. Kelten wisten er wel raad mee.

Oesters moeten vooral vers. Ingevroren of ingemaakt, vergeet het. Zo uit het vuistje, net als de Kelten. Fransen leren het hun kinderen al vroeg. Voor ons uit het natte noorden toch bijzonder. Kleintjes die met gelukzalige blik hun zoute schelpje uitslobberen. Pa en ma doen er soms wijnazijn en fijngesneden uitjes op. Waarschijnlijk een liefdesleven met hoge zuurgraad.

Bon appétit!
En let op: een huîtrière is niet de madame van de kweker, maar een oesterbank.

Labels: , , , , ,

17 juni 2010

Phénomène

Frankrijk kent een trieste historie wanneer het gaat om overstromingen zoals eerder deze week in het departement Var, waar tot vanavond laat al 25 doden waren geborgen. Her en der kom je in het landschap gevels, palen of bomen tegen waarop is aangegeven hoe hoog ooit het water is gestegen. Twee gebieden zijn in het zuiden berucht voor het gevaar van inondations, zoals het natuurgeweld in het Frans heet.

Weerkundigen noemen het Phénomène Méditerranéen, waarvan de ellende rond Draguignan het meest recente voorbeeld is. Grote hoeveelheden regen in zeer korte tijd, vaak gepaard met onweer, meestal ontstaan door opstijgende lucht boven het warme aardoppervlak. Vaak zomers, maar ook wel in het voorjaar.

Anders is het Phénomène Cévenol, meestal in de herfst. Het middelgebergte van de Cévennes doet dan dienst als scheiding tussen warme lucht uit het zuiden en koudere stromingen uit het westen.
Na een warme periode kan de botsing tussen beide stromingen tot geweldig intensieve en vaak langdurige buien leiden.
In september 2002 kostte dat 24 mensenlevens, duizenden huizen werden verwoest en de schade bedroeg 1,2 miljard euro.

Op 4 maart 1930 kreeg Frankrijk de zwaarste overstroming van de laatste 100 jaar te verwerken. Duizend doden vielen in de dalen van de Orb, de Aude en de Tarn in het zuidwesten, de Midi.


Het stadje Moissac werd vrijwel compleet verwoest en hetzelfde overkwam een deel van Montauban. Het duurde twintig dagen voordat het laatste water was verdwenen.

Labels: , , , , ,

15 juni 2010

Banyuls

Banyuls is zo ongeveer het laatste dorpje aan de Méditerranée voor de Spaanse grens. Direct na het minstens zo boeiende Collioure. Een hoekje van Frankrijk dat door toeristen meestal voorbij gejakkerd wordt, op weg naar de overvolle stranden van Rosas en verder. Niet doen, gewoon linksaf en stoppen.

Banyuls is beroemd om de rode vin doux rouge. Door kenners zeer gewaardeerd en bovendien de enige dessertwijn die de strijd aan kan met een heftig chocoladetoetje. De wijngaarden met in totaal 1260 ha liggen op de steile zuidhellingen, direct boven de kustweg, bijna tot in zee.
Oude wijnstokken van de grenache leveren een absoluut exclusief flesje. Voor een deel rijpt deze heerlijkheid in speciale glazen kruiken, bonbonnes, op de zonovergoten daken van de caves of zomaar op de warme bodem. Hetzelfde gebeurt ook met de Portugese port, maar dan in houten vaten. De top, bijvoorbeeld een Banyuls grand cru van Abbé Rous, heeft zo minstens 30 maanden liggen wachten op de liefhebbers. Reken maar op een flesprijs van 1 euro per maand. Pruimen en vijgen, cacao en tabak in de neus, een lange afdronk met noten en geconfijte sinaasappel. Niet zelf bedacht, maar genoteerd van de keldermeester.
Iets om met Kerst bij de bûche au chocolat uit te schenken. Mag ook zo als apéro.

Wil je iets heel anders, dan verrast Banyuls je met een onderwaterroute in de enige Franse Réserve Naturelle Marine. Zes kilometer buiten het dorp, richting Cerbère, zie je de borden naar het natuurreservaat.

Speciaal voor de apnéiste, de zwemmer met snorkel, bril en zwemvliezen. Een baai in de luwte van de tramontane, 800 meter uitgezet traject langs 5 informatiepunten, in 3 kwartier te doen. Voorzien van tekstborden (rechts) onder de zeespiegel en heel dicht bij kust en strand. De hele maand augustus kun je nog onderduiken.
Bang voor natte voeten? Er is ook een zee-aquarium in het dorp.

Een echt Frans uitstapje is een bezoek aan La Junquera, minuten over de Spaanse grens. Goedkoop tanken en voor weinig geld boodschappen inladen. Echt de enige hoogtepunten, maar wel met duizenden tegelijk.
Leuk...?

Labels: , , ,

13 juni 2010

Ver weg

Na de teleurstellende 90 WK-minuten tegen Uruguay is de wereldbeker voor de Franse trainer Raymond Domenech nog ver weg.
De roep om zijn vertrek zal groter worden, dus lijkt hij al uit te kijken naar een andere betrekking.

Labels: , ,

11 juni 2010

Uzès

De eerste bekende bestuurder van het populaire plaatsje Uzès in de Gard was Elzéart, wiens herkomst verder duister is. In 1088 ondertekende hij in ieder geval een overeenkomst met de abdij van Saint André in Villeneuve-lez-Avignon. Daarmee werd Uzès een seigneurie en Elzéart leenman van Raymond IV de Saint-Gilles, graaf van Toulouse uit de eerste Kruistocht en stichter van de abdij. Frankrijk werd geregeerd door Philippe I, één van de eerste koningen uit het huis Capet, dat tot 1328 de lakens zou blijven uitdelen. Hij was weer baas (leenheer) van de graaf van Toulouse. Zo was dat in die jaren. Je had altijd wel iemand boven je. Dat compenseerde je dan door zelf, als 't even kon, ook weer ondergeschikten te regelen. Tien eeuwen later barst 't nog steeds van de bazen, dus in feite weinig nieuws onder de zon.

Een seigneur was chef over een bepaald gebied in naam van de vorst boven hem. Hij was zelf niet altijd van adel, maar het bleek in de praktijk een aardig opstapje. Bovendien was zijn functie erfelijk. In ruil voor het besturen kon hij rekenen op militaire bescherming, al moest in tijden van oorlog ook manvolk, paarden, materieel, foerage en wijn geleverd worden. Vaak betekende dat de uittocht van hele dorpen. Vrouwen trokken met de mannen mee om voor hen te koken, gewonden te verzorgen en wellicht nog andere diensten te verrichten.

Uzès droeg in 1125 zijn eerste seigneur ten grave, niet nadat hij zich voorzien had van een heus wapen. Het gebied werd daarna, geheel volgens oude Frankische gewoonte, opgedeeld tussen zoonlief Decan en dochter Beatrix, die slechts een vierde kreeg. Dat kwart werd later meegenomen door kleindochter Roscie die het bed ging delen met baron Rostaing van Sabran, een held uit de eerste Kruistocht en dus een maatje van graaf Raymond.
Seigneur Decan op zijn beurt trouwde met baronesse Marie de Posquières, zodat het thuis toch een beetje adellijk werd. Het zou tot 1318 duren voordat een lid van het huis Uzès zich vicomte mocht noemen (in de Lage Landen een burggraaf).

Na nog wat strategische huwelijken zien we het huis Uzès als opmaat voor het latere hertogdom, de tak Posquières in het zuiden (rond het huidige Vauvert) en het huis Sabran in het noorden. Nog later werd Posquières verdeeld tussen Lévis en Laudun, terwijl Sabran versnipperde in de zijtakken Amic, Gaucelin, De la Tour d'Aigues en de Mal-Tortels (ook wel de graven van Ariano genoemd). Allemaal adellijke geslachten die het in de Middeleeuwen in deze streken voor het zeggen hadden. Dankzij de handtekening van de ouwe Elzéart.

Zo zie je maar, dat je niet voorzichtig genoeg kan zijn met het uitzoeken van je voorouders...

Labels: , ,

10 juni 2010

Transhumance

Op zaterdag 12  juni worden in de Cévennes schapen weer van de lager gelegen boerderijen omhoog gebracht boven 1000 meter. Dat verweiden heet met een mooie term transhumance, van de Latijnse woorden trans (van hier naar daar of zoiets) en humus (aarde, grond). Vroeger was dat een regelmatig terugkerende bezigheid voor herders, maar nu maakt moderne foeragering dit eigenlijk overbodig. Jammer, maar de moderne tijd, nietwaar.

Begin negentiger jaren is in de Gard door de nog schaars aanwezige bergers het initiatief genomen dit oude gebruik in ere te herstellen. Sinds die tijd worden schapen en geiten van vele eigenaren weer in het dal van de Hérault verzameld.
Voorzien van veelkleurige kentekens om ze straks weer bij de eigenaar af te kunnen leveren. In twee dagen brengen de begeleiders de kudde van enkele honderden dieren voor een tussenstop naar L'Espérou, een dorpje aan de voet van de 1567 meter hoge Mont Aigoual.

En dan is het feest. Fransen komen snel het huis uit wanneer ergens iets te doen is. Ze ontmoeten elkaar liever bij evenementen, een maaltijd in een restaurant of in het café dan dat je thuis wordt uitgenodigd.
In L'Espérou is de komst van al dat vee dus een mooie aanleiding. Koelbox mee, familie in de voiture en hop met duizenden omhoog. Daar is de middenstand al volop in de benen en voor tien euro koop je eerst het déjeuner: een papieren tas met chips, fruit, flesje water, brood, bakje groente en plastic gereedschap. Plus een briefje waarmee je na midi nog wat warms mag halen. In afwachting van de beesten en de warme hap, kuier je langs de vele kramen die je vorige week al elders zag bij het Fête de la Truffe en volgende zondag beslist weer op een Jour du Miel of een Festival des Vins de Pays . Zo gaat dat een lange zomer lang. En altijd eten en drinken.

Voor sommigen zijn die schapen zelfs niet nodig. Al vroeg worden de eerste flessen ontkurkt en de salades uitgestald. Hier en daar klinkt al gezang als ouverture van een lange dag.
Zo gaat het een hele dag door. Wanneer schapen en herders al lang weer op weg zijn naar de top, is het afzakkertje aan de beurt en gaat de dop van de whisky. Geen cognac, Schotten hebben hier de voorkeur.

Helaas zullen ook dit jaar niet alle schapen de Mont Aigoual kunnen bereiken...

Labels: , , ,

9 juni 2010

Nooit meer...

Labels: ,

8 juni 2010

Opsporing verzocht

Mocht je behoefte hebben om eens geheel anders op vakantie in Frankrijk te gaan, trek dan deze zomer naar de Chartreuse. Het prachtige en vooral weinig toeristische middengebergte ten noorden van Grenoble. Hoogste top de Chamechaude (2082 m) en het hele massief maakt deel uit van een Parc Naturel Régional. Garantie voor rust, natuur en niet te vergeten bescherming van de wildstand. Bovendien een uitstekend wandelgebied.

Vorige maand werden in het hart van dat park, bij het plaatsje Entremont-le-Vieux, negen steenbokken vrijgelaten. Dit prachtige dier was door bejaging uit het gebied verdwenen en werd in 1981 als beschermde soort aangemerkt. Gelukkig zijn elders in Frankrijk nog steenbokken aanwezig en de negen voor de Chartreuse werden aangevoerd vanuit het iets oostelijker gelegen Belledonne-gebergte. Volgend jaar moet het aantal worden uitgebreid en kan de natuur haar gang weer gaan.
De vers ingevoerde steenbokken worden wetenschappelijk gevolgd met een kleine radiozender en hebben een gekleurde halsband.

Wandelaars in het gebied wordt gevraagd een ontmoeting met de nieuwkomers te melden en bij de ingangen van het natuurpark kun je een formulier halen om je waarnemingen vast te leggen.
Zo lever je al recreërend een bijdrage aan natuurbehoud en het is weer eens wat anders dan de obligate vette hap op het vakantierooster.

Labels: , , , ,

7 juni 2010

Geldgebrek

Zonder de Romeinse consul Gaius Julius Caesar zou Frankrijk ongetwijfeld een andere geschiedenis hebben gekend. En wellicht zou je dat zelfs voor Nederland kunnen zeggen. Onmiskenbaar heeft de in Rome geboren politicus zijn voetafdruk in West-Europa vooral achtergelaten als veldheer. Toch is de achtergrond van zijn invloed op het ontstaan van een Romeinse cultuur in onze gebieden uiterst triviaal. Niets anders dan persoonlijk geldgebrek was de drijfveer voor een van de meest succesvolle veroveringstochten uit de historie.

Caesar had namelijk een boel denarii uitgegeven om zich tot consul te laten verkiezen en had daarvoor veel schulden gemaakt. Om uit handen van zijn schuldeisers te blijven koos hij voor een buitenlands avontuur. Een oorlog buiten de grenzen, bedoeld om roem maar vooral buit te halen.
De Balkan was het oorspronkelijke doel, maar uiteindelijk trok hij in 58 vC met vier legioenen noordwaarts om de Helveten in de pan te hakken. Zes jaar lang bevocht en onderdrukte hij talloze opstandige stammen in Gallië en wist uiteindelijk in 52 vC een leger van naar schatting 100.000 Galliërs onder bevel van Vercingetorix bij Alesia (een 400 m hoge heuvel in Bourgogne) definitief te verslaan.

Overladen met buit en met Vercingetorix in een kooi trok hij als held Rome weer binnen. Zoveel buit, dat het Romeinse Rijk voor de eerste keer met inflatie werd geconfronteerd. En zoveel heldendom, dat zijn tegenstanders hem in een burgeroorlog meesleepten en op de idus van maart in 44 vC met 22 messteken een einde aan zijn leven maakten.

Labels: , , , , ,

6 juni 2010

Coop

In 1935 trok deze kruidenier namens de Coop dagelijks door de omgeving van Metz. Maar je ziet ze niet niet vaak meer in het Franse straatbeeld, de neringdoenden die per vehikel de klant bezochten om verse en andere waar aan de (vooral) vrouw te brengen.
Een warme bakker wordt hier en daar nog in het wild gesignaleerd,  voor de rest gaat Frankrijk één keer per week naar de hypermarché en leeft verder uit de vriezer.

Maar ook dat zal ongetwijfeld veranderen. De Franse grootgrutters hebben al hun webshops, de camembert en foie gras staan online. Alles wordt bezorgd, een gekoelde brievenbus komt er ook nog wel. En op moederdag kon je Carrefour op zondag de bloemen laten langsbrengen bij een mère naar keuze.

Het lot van de winkelwagen lijkt onontkoombaar...

Labels: , , , ,

5 juni 2010

Mannetjesmakers

De mannetjesmakers van het Elysee hebben het niet altijd makkelijk. Bij een bezoek van hun baas aan een buitengebied wordt al  het mogelijke ondernomen om Nicolas Sarkozy groter  voor te stellen dan hij in werkelijkheid is. Desnoods laten ze hem uitrukken op hoge hakken. Wanneer hij een babbel voor een microfoon houdt of op een officiële foto moet, wordt hij omringd door zorgvuldig geselecteerde n'importe qui, die op z'n minst een centimeter of wat kleiner zijn dan hun president.
Lastig werd 't deze week tijdens een uitstapje naar de gendarmerie in Lamotte-Beuvron, vlakbij Orléans. De plaatselijke commandant had nog zo zijn best gedaan, maar in het Elysee waren ze niet opgetogen over het resultaat... 

Labels: , , ,

4 juni 2010

Clovis

Fransen vinden Clodovech hun eerste echte koning. Sterker nog, ze roepen om 't hardst dat deze Frankische vechtjas grondlegger van dit land is. Ze zijn hem dan ook liefkozend Clovis gaan noemen, klinkt wat knuffeliger. Papa Childeric is generaal in dienst bij de Romeinen als de kleine wordt geboren. Die krijgt het krijgsgedoe dus met de paplepel ingegoten. Wanneer in 481 vader als stamhoofd in Doornik moet worden opgevolgd is hij als 16-jarige al verrekt handig in het splijten van schedels bij vijandige types.

De knaap heeft snel z'n handen vol aan het knokken met andere Frankische stammen. Handig in het gevecht is hij de meeste buren snel de baas. De rest schuift uit lijfsbehoud bij hem aan. Om een beetje in vorm te blijven begint hij daarna de meeste van zijn familieleden maar uit te roeien. Met als motto dat er maar één kapitein op een schip kan zijn. Tussendoor verslaat hij in 486 de Romeinen bij Soissons en begint een opmars richting Loire.

Zijn beste vriend in die tijd is bisschop Rémi, een serieus praktiserende katholiek. Later zou hem dat nog een heiligverklaring opleveren. Op een goeie dag, toevallig tijdens de Kerst in Reims, vraagt Rémi de heidense vorst of hij even wil bukken. Nietsvermoedend doet Clovis wat gevraagd wordt en voordat hij 't in de gaten heeft is ie gedoopt. Bij uitzondering wordt hij een keer niet pissig en ze blijven nog heel lang vrienden. Gevolg van deze anekdote is wel dat de paus hem nu steunt bij het verder opmarcheren. Overigens ook niet zonder eigenbelang, want Clovis hakt in 507 de Visigoten in de pan die het op Rome hebben voorzien.

Na al die overwinningen is Clovis de baas in heel Gallië, behalve in Septimanie (Languedoc). Hij ruimt de rest van de Frankische vorsten ook uit de weg, inclusief een paar jaloerse bloedverwanten. Als laatste valt de chef van de Ripuaren in Keulen, ditmaal met een sluw handigheidje. Hij ontketent namelijk een opstand aan de Rijn en de oude Kölner wordt door zijn eigen zoon vermoord. Het is 510 en er is weinig meer te doen. Zijn Frankenrijk is groter dan het huidige Frankrijk, van de Rijn tot de Pyreneeën inclusief het zuiden van Duitsland.
Inmiddels naar Parijs verhuisd komt een jaar later een einde aan het opwindende leven van Clovis I. Hij is begraven in de vergane kerk van de heilige apostelen, waar nu het Pantheon staat. Eigenlijk zijn alle grote Fransen dus bovenop hem gestapeld.

Labels: , , , ,