Uzès
De eerste bekende bestuurder van het populaire plaatsje Uzès in de Gard was Elzéart, wiens herkomst verder duister is. In 1088 ondertekende hij in ieder geval een overeenkomst met de abdij van Saint André in Villeneuve-lez-Avignon. Daarmee werd Uzès een seigneurie en Elzéart leenman van Raymond IV de Saint-Gilles, graaf van Toulouse uit de eerste Kruistocht en stichter van de abdij. Frankrijk werd geregeerd door Philippe I, één van de eerste koningen uit het huis Capet, dat tot 1328 de lakens zou blijven uitdelen. Hij was weer baas (leenheer) van de graaf van Toulouse. Zo was dat in die jaren. Je had altijd wel iemand boven je. Dat compenseerde je dan door zelf, als 't even kon, ook weer ondergeschikten te regelen. Tien eeuwen later barst 't nog steeds van de bazen, dus in feite weinig nieuws onder de zon.
Een seigneur was chef over een bepaald gebied in naam van de vorst boven hem. Hij was zelf niet altijd van adel, maar het bleek in de praktijk een aardig opstapje. Bovendien was zijn functie erfelijk. In ruil voor het besturen kon hij rekenen op militaire bescherming, al moest in tijden van oorlog ook manvolk, paarden, materieel, foerage en wijn geleverd worden. Vaak betekende dat de uittocht van hele dorpen. Vrouwen trokken met de mannen mee om voor hen te koken, gewonden te verzorgen en wellicht nog andere diensten te verrichten.
Uzès droeg in 1125 zijn eerste seigneur ten grave, niet nadat hij zich voorzien had van een heus wapen. Het gebied werd daarna, geheel volgens oude Frankische gewoonte, opgedeeld tussen zoonlief Decan en dochter Beatrix, die slechts een vierde kreeg. Dat kwart werd later meegenomen door kleindochter Roscie die het bed ging delen met baron Rostaing van Sabran, een held uit de eerste Kruistocht en dus een maatje van graaf Raymond.
Seigneur Decan op zijn beurt trouwde met baronesse Marie de Posquières, zodat het thuis toch een beetje adellijk werd. Het zou tot 1318 duren voordat een lid van het huis Uzès zich vicomte mocht noemen (in de Lage Landen een burggraaf).
Na nog wat strategische huwelijken zien we het huis Uzès als opmaat voor het latere hertogdom, de tak Posquières in het zuiden (rond het huidige Vauvert) en het huis Sabran in het noorden. Nog later werd Posquières verdeeld tussen Lévis en Laudun, terwijl Sabran versnipperde in de zijtakken Amic, Gaucelin, De la Tour d'Aigues en de Mal-Tortels (ook wel de graven van Ariano genoemd). Allemaal adellijke geslachten die het in de Middeleeuwen in deze streken voor het zeggen hadden. Dankzij de handtekening van de ouwe Elzéart.
Zo zie je maar, dat je niet voorzichtig genoeg kan zijn met het uitzoeken van je voorouders...
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage