30 januari 2008

Pétrole

Historicus Jacob Wimpfeling schrijft in 1498 dat in de Elzas al heel lang een vloeibaar soort aardpek wordt gevonden. Ze noemen de vette substantie daar huile de pétrole naar het latijnse petra et oleum (letterlijk steen en olie). Het brandt goed, maar geneest ook wonden en verjaagt insecten. Op de plek bij het dorpje Pechelbronn onstaat in de volgende eeuwen een vorm van simpele exploitatie, maar het duurt tot de 18e eeuw voordat het serieuze handel wordt. Louis XV geeft in 1745 een concessie uit voor één van de eerste oliemaatschappijen ter wereld. Antoine Le Bel en Alexandre Deutsch zijn de pioniers, oliebaronnen die rijk worden met de productie van graisses, huiles et asphalte. Bijna honderd jaar later bouwen nazaten er de eerste Franse raffinaderij en introduceren het merk Vacuum.

Echte oliebelangen ontwikkelt Frankrijk vooral in koloniën als Algerije en Marokko, waardoor het pas in 1925 komt tot exploitatie van een tweede olieveld bij La Mure (Isère) en de ontdekking van een voorraad bij Gabian (Hérault). De legende wil dat in de middeleeuwen monniken op die plek al spul leverden tegen maagklachten. Deze laatste vondst toont ook aan dat de kans op meer olie in de Languedoc groot is. In Pechelbronn, bakermat van het zwarte goud, komt daarom een opleiding voor het opsporen ervan. De broertjes Schlumberger worden daar beroemd met de eerste elektrische metingen van de bodem.
Op 30 augustus 1944 zorgen 106 Amerikaanse B-17 bommenwerpers dat olieputten, raffinaderij en opleidingsinstituut in het door Duitsers bezette Pechelbronn met 2000 klappen worden weggevaagd.
Twee jaar later wordt al weer 50.000 ton geproduceerd.

Er volgen meerdere vondsten. In Aquitaine, het Bassin de Paris, maar ook in 1951 in Gallician bij Vauvert. Daar wordt in acht jaar tijd bijna 5000 ton gewonnen. Intussen sluit Péchelbronn in 1970 voorgoed de oliekraan en weer gaat de aandacht vooral naar import en buitenlandse oliewinning. Maar met een huidige prijs van bijna 100 dollar voor een vat ruwe olie van 160 liter, is de belangstelling voor eigen productie weer toegenomen. In de Languedoc dreigt de goudkoorts weer uit te breken nu Parijs in december bij Foix èn Nîmes (tussen Garons en Caissargues) nieuwe boorconcessies heeft uitgegeven. Voor olie, maar ook andere mineralen. Zoals in de jaren tachtig toen bij olieboringen rond Vauvert toevallig een laag zout werd ontdekt. Het zijn overigens Britten en Canadezen die er voorlopig geld aan overhouden. Hun zoektocht, tegenwoordig ook met geluidsgolven, gaat vijf jaar duren.

Eigen productie is nu ongeveer een miljoen ton van 59 putten. Goed voor 22.000 vaten en 1,3% van de Franse consumptie. Druppeltje op een gloeiende plaat. Tegelijk heeft de EU Frankrijk vastgepind op 23% energie uit niet fossiele bronnen in 2020. Wind, zon, water, aardwarmte en CO²-neutrale verbranding van allerlei grondstoffen moeten daarvoor gaan zorgen.

Het wordt dus ernst.

Labels: , , ,

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage