Pétrole
Historicus Jacob Wimpfeling schrijft in 1498 dat in de Elzas al heel lang een vloeibaar soort aardpek wordt gevonden. Ze noemen de vette substantie daar huile de pétrole naar het latijnse petra et oleum (letterlijk steen en olie). Het brandt goed, maar geneest ook wonden en verjaagt insecten. Op de plek bij het dorpje Pechelbronn onstaat in de volgende eeuwen een vorm van simpele exploitatie, maar het duurt tot de 18e eeuw voordat het serieuze handel wordt. Louis XV geeft in 1745 een concessie uit voor één van de eerste oliemaatschappijen ter wereld. Antoine Le Bel en Alexandre Deutsch zijn de pioniers, oliebaronnen die rijk worden met de productie van graisses, huiles et asphalte. Bijna honderd jaar later bouwen nazaten er de eerste Franse raffinaderij en introduceren het merk Vacuum.


Op 30 augustus 1944 zorgen 106 Amerikaanse B-17 bommenwerpers dat olieputten, raffinaderij en opleidingsinstituut in het door Duitsers bezette Pechelbronn met 2000 klappen worden weggevaagd.
Twee jaar later wordt al weer 50.000 ton geproduceerd.
Er volgen meerdere vondsten. In Aquitaine, het Bassin de Paris, maar ook in 1951 in Gallician bij Vauvert. Daar wordt in acht jaar tijd bijna 5000 ton gewonnen. Intussen sluit Péchelbronn in 1970 voorgoed de oliekraan en weer gaat de aandacht vooral naar import en buitenlandse oliewinning.

Eigen productie is nu ongeveer een miljoen ton van 59 putten. Goed voor 22.000 vaten en 1,3% van de Franse consumptie. Druppeltje op een gloeiende plaat. Tegelijk heeft de EU Frankrijk vastgepind op 23% energie uit niet fossiele bronnen in 2020. Wind, zon, water, aardwarmte en CO²-neutrale verbranding van allerlei grondstoffen moeten daarvoor gaan zorgen.

Labels: Gallician, olie, Péchelbronn, Vacuum
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage