22 januari 2008

Nîmes 1900

Rond de voorlaatste eeuwwisseling is Nîmes een rustig oord, waar de dynamiek vooral moet komen van feesten, gestoei met stieren in de arena en protesten tegen het verre Parijs.
Zoals in september 1894 als premier Charles Dupuy besluit dat er in het zuiden geen corrida's meer mogen plaatsvinden. Drie weken later organiseren fanatieke fans een protestcorrida in Les Arènes , bijgewoond door de gevierde provençaalse schrijver Frédéric Mistral en vrijwel alle burgemeesters uit de Midi. In 1896 schrapt minister LouisBarthou van binnenlandse zaken het verbod weer. Afkomstig uit de streek rond Pau, tegen de Spaanse grens, en dus met meer begrip voor de passie van de Midi.

Ook in 1907 keren de Nîmois zich tegen het machtscentrum aan de Seine, ditmaal tijdens een manifestatie van wijnboeren. Overproductie en een verbod op bijsuikeren heeft de wijnbouw in een crisis gestort, een werkelijk drama voor de monocultuur in de Gard. Op de foto lijkt het meer een uitje van de zangvereniging dan een oproer, maar oude bronnen spreken met ontzag over wel 300.000 boze boeren in de stad. Allemaal keurig verzameld achter het bord van hun canton. Burgemeester Crouzet heeft spandoeken verboden, alleen de Franse driekleur mag van de gezagsgetrouwe regent.

Een stad waar de spoorlijn de zuidgrens vormt met het voor die tijd zeer moderne station (1876). 80.000 inwoners die vooral werk vinden in de industrie. Textiel, schoenen en levensmiddelen zijn de drie pijlers voor de dagelijkse baguette. Dan al veel ingelegde olijven, olijfolie, pasta en brandade. Italianen komen werken aan de spoorwegen of in de zoutvelden van de Camargue en rondtrekkende Spanjaarden in de wijnvelden. Het zijn welkome tijdelijke inwoners, die soms blijven hangen en helpen de Méditerrane toon te zetten.
Welgestelden wonen rond de avenues bij het station en de Jardin de la Fontaine. De armere wijken in het noorden, achter de boulevard Gambetta. Prostituees, wezen en ongehuwde moeders vinden als vanouds onderdak bij katholieke en protestantse instanties, maar na 1900 begint ook de gemeente wat voor deze défavorisées te doen.

Uitbreidingen in woningbouw zijn nog lang niet aan de orde. Het bestuur houdt zich vooral bezig met opknappen en bijspijkeren. Behalve in het onderwijs. In 1899 wordt gestart met het optrekken van vijf grote schoolgebouwen, kosten een exorbitante 1 miljoen francs. Nîmes had al sinds 1871 een waterleiding in het centrum, na 1900 krijgen ook andere wijken gezuiverd Rhônewater achter de deur. De belle époque brengt ook de elektrische tram, waarmee je in een kwartiertje de boulevards kan ronden.

Politiek en sociaal kent de stad weinig tegenstellingen, zeker niet in vergelijking met bijvoorbeeld Alès, Le Vigan of Sumène. Daar lopen de emoties tussen royalisten en republikeinen soms nog hoog op. In Nîmes gaat het vooral over de toewijzing van standplaatsen voor de taxi hippomobile. Voor de rest is het plutôt calme in die dagen en eigenlijk nog steeds wel. Voor echte opwinding moet je hier niet zijn. Wel voor een uiterst aangenaam zuidelijk sfeertje, af en toe een snuif Spaanse peper en vooral héél, héél veel zon.
Dat houdt je wel kalm...!

merci à nimausensis.com

Labels: , , ,

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage