20 januari 2008

Raadsel

Bewijs maar eens dat in een graf de resten liggen van degene waarvan de naam in steen is gebeiteld. Eeuwenlang onmogelijk, waardoor veel mysteries werden gecreëerd èn gekoesterd. Was het Toetanchamon zelf, of hebben we een totaal onbekende Egyptenaar bewonderd? Gelovigen hebben de in 1867 gevonden overblijfselen van Jeanne d'Arc, verpakt in een bokaal, ruim honderd jaar vereerd. In 1909 door een pauselijke commissie nog tot echt verklaard. Modern wetenschappelijk onderzoek zag slechts verkoolde botten van een 2500 jaar oude Egyptische mummie, vermengd met wat kattenbeentjes. Grapje van een 19e eeuwse apotheker. De echte Jeanne is dus tot as vergaan in de hitte van haar brandstapel in Rouen.
Tot zich een nieuwe grappenmaker aandient.

Nieuwe onderzoeken maken tegenwoordig snel een einde aan bedrieglijke vondsten. Het ontkracht ook oude mythen, zoals de doodsoorzaak van Napoleon Bonaparte. Hele lichtingen Franse historici hebben gepapegaaid dat hij op 5 mei 1821 stierf aan vergiftiging met arsenicum. Zijn Britse bewakers op zijn gevangeniseiland Saint Helena zouden dit op hun geweten hebben. In 1961 werd zelfs bewijs gevonden in een haar van de verbannen keizer.
Helaas, vorig jaar bleek uit onderzoek door een team internationale pathologen dat het maagkanker was geweest. Gewoon door de autopsie van zijn toenmalige geneesheren in de computer te stoppen en te vergelijken met duizenden andere gevallen. De arsenicum in het haar werd veroorzaakt door Napoleons dagelijkse ballon rouge. In die tijd werden wijnvaten gewassen met een vloeistof waarin arsenicum voorkwam. Einde raadsel.

Maar er blijft nog één geheim onopgelost, zeg maar gerust staatsgeheim. Resten van Napoleon liggen namelijk niet in de Parijse Invalides, maar worden bewaard in de privé crypte van aartsvijand George IV in Londen. Zegt de Franse jurist en historicus Bruno-Roy Henri. In een boek vol 'bewijzen' beweert hij ondermeer dat het dodenmasker in Parijs andere maten heeft dan de beschrijving van des keizers schedel door zijn toenmalige kamerdienaar. En die is gemaakt 42 uur na het overlijden. Omdat het overschot pas in 1840 door de Britten naar Frankrijk is verscheept, was er tijd genoeg voor een verwisseling. De Franse controle tijdens de opgraving bij fakkellicht duurde slechts 2 minuten. In Parijs zouden nu de resten van Napoleons bediende Cipriani liggen. Alles kan worden opgelost, want men beschikt over het DNA van de nazaten van een zuster van de empereur.

Edoch, de Franse staat weigert tot nu toe de tombe in Parijs te openen. Argument: het is een te moeilijke klus. Het graf bestaat uit vijf verschillende kisten (één van blik, één van mahonie, twee van lood en één van ebbenhout), geplaatst in een loodzwaar blok porfier uit Finland.

Moet toch een fluitje van een centime zijn voor een land dat de brug bij Millau kan bouwen, om maar wat te noemen...

Labels: , , ,

1 reacties:

Op 26 januari 2008 om 10:39 , Anonymous Anoniem zei...

Maar misschien moeten we ook niet alles zeker willen weten. Er moeten sprookjes blijven. Of raadsels..

 

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage