Gallische wijn
Kelten bewoonden Gallië voor en tijdens de Romeinse tijden. Het waren liefhebbers van een goede beker bier, maar wijn kenden ze niet. Traditioneel werd gekiemd en gemout graan gebruikt om met water en wilde gist* een krachtig bier te brouwen dat wel 18° alcohol kon halen. Het moeten dus feestelijke maaltijden zijn geweest in het land van Asterix. Grieken en Romeinen die kennis maakten met het exotische pilsje waren stevig onder de indruk van de heftige versnapering.
De eerste beschrijving van Gallische gastronomie geeft Griek Dionysios van Halicarnasse rond het begin van de jaartelling. Of hij zelf aan een proeverij heeft deelgenomen is niet helder, wel dat hij in ieder geval géén liefhebber was. "De Galliërs kennen geen wijn van druiven en geen olie van de olijf, wel een walgelijk drankje van in water geprakte gerst en ze gebruiken ranzig varkensvet dat weerzinwekkend ruikt en nog erger smaakt," luidde de recensie.
Toch werd in die jaren al lang wijn verbouwd in wat nu Frankrijk heet. Opgravingen bij Marseille brachten een wijngaard aan het licht uit de vierde eeuw voor de jaartelling. Vlakbij in Martigues zijn sporen gevonden van geperste druiven. Grieken en Etrusken produceerden er wijn voor export naar hun thuislanden. In het oppidum van Sainte-Blaise zijn resten van vaten van gebakken klei gevonden tot wel 1000 liter inhoud, een dolium genaamd. De drank werd in kruiken van 20 liter via de haven van Marseille verscheept. Of de inhoud van zo'n amphoor ook op de hedendaagse wijn leek is de vraag. Op in zee teruggevonden exemplaren stond in het Grieks mureskios, wat zoveel betekent als geparfumeerd. Waarschijnlijk werd het eindproduct gepimpt met kruiden of bloemen om de klant thuis te gerieven.
Het walgelijke drankje van gerst en gist heeft de tijden echter glorieus doorstaan!
* Wilde gist ontstaat bijvoorbeeld op rottend fruit
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage