2 januari 2008

Rosette

Soms levert een oorlog niet alleen ellende op, maar gebeurt er iets dat eeuwen later ook nog aardig tot de verbeelding spreekt. Zoals op 19 juli 1799. De 30-jarige Franse generaal Napoleon Bonaparte heeft precies een jaar eerder Egypte veroverd op het Turks-Ottomaanse Rijk door 60.000 Mamelukken-strijders in de pan te hakken. Dat lijkt een mooie overwinning, maar nog geen week later merkt de kleine Corsicaan dat hij niet meer terug kan naar Frankrijk. De Britse zeeheld Nelson heeft zijn vloot voor de kust bij Alexandrië in de grond geboord en hij zit met 30.000 man eventjes vast. Om wat om handen te hebben gaat het leger een beetje klussen. Zo wordt een begin gemaakt met de bouw van een fort aan de Nijl in El-Rashid, een paar kilometer van de monding. De Fransen geven het een vrouwennaam, Rosette. Intussen vergaart de generaal zelf wat leuke buit voor bij de haard, volgens een eigentijdse schilder.


Op die 19e juli geeft Pierre Bouchard, luitenant bij de genietroepen, zijn mannen opdracht een oude muur te slopen, zodat de stenen gebruikt kunnen worden voor het latere Fort Julien. Bouchard heeft een heldere dag. Bij het loskomen van een grote zwarte steen ziet hij dat het oppervlak aan één zijde is overdekt met tekens. Maar hij ziet meer. Het zijn drie verschillende soorten tekens, waarvan hij de Griekse herkent. Hij begrijpt direct dat het vertalingen moeten zijn van dezelfde tekst.

De Pierre de Rosette gaat naar Caïro, waar geleerden die Napoleon op zijn veldtocht vergezellen onmiddellijk de historische betekenis onderkennen. Behalve Grieks is er een tekst in het Egyptisch zoals dat rond 600 voor de jaartelling ontstond èn de belangrijkste, de tot dan toe nooit ontcijferde hiërogliefen. Een woordenboek avant-la-lettre.

Wanneer in 1801 de Engelsen op hun beurt Egypte bezetten, raakt de steen in Britse handen en bereikt via Portsmouth op 11 maart 1802 Londen. Gipsafdrukken gaan naar de vier grote universiteiten en het wonder van Rosette zelf naar het British Museum, waar het nog steeds te zien is. Intussen hebben Franse kopieën ook het thuisland bereikt en het wordt dus wachten op de slimmerik die als eerste de drieduizend jaar oude Egyptische tekens kan ontcijferen.

De overwinning komt uiteindelijk toch in Frankrijk terecht. Maar het duurt tot september 1822 voordat taalkundige Jean-François Champollion (spreekt Latijn op z'n negende) de sleutel ontdekt en zijn opzienbarende alphabet des hiéroglyphes phonetiques publiceert. Daarbij wel geholpen door een vondst van de Britse archeoloog William Bankes, die op een Egyptische obelisk de naam van een intrigerende vrouw ontcijfert, koningin Cleopatra. Het geheim blijkt te zitten in de ovalen, waarin altijd de naam van een koning of koningin staat.


Rosette en Cleopatra,
cherchez la femme ...

Labels: , , ,

1 reacties:

Op 3 januari 2008 om 14:39 , Anonymous Anoniem zei...

Toen ik het kopje van je blog las, dacht ik dat het over worst ging. Hoe zou dat toch komen? Was erg geïnteresseerd welke geschiedenis daar nu weer achter zou zitten, maar al snel bleek het over een stuk steen te gaan. Ook interessant trouwens.

 

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage