18 juni 2008

Le foot

Fransen hebben er in ruim 130 jaar nooit een eigen naam voor kunnen bedenken. Toen in 1872 Engelse zeelui een potje voetbal speelden in Le Havre was het de eerste keer dat aan deze kant van La Manche het spelletje te zien was. Het is al die jaren football gebleven, al heet het in het spraakgebruik Le foot. De archieven spreken over een eerste interland in 1904, een 3-3 gelijkspel tegen België. Maar pas in 1907 is er sprake van enig georganiseerd balletje trappen in het Comité Français Interféderal, in 1919 na de Grande Guerre omgedoopt in Fédération française de football association (FFFA), de voorloper van de huidige FFF. Nu met ruim 1,85 miljoen actieve spelers waarvan de meesten inmiddels een meer dan droef gevoel moeten hebben. Want na de 704e interland, die van gisteren tegen Italië en volgens gerucht de allerlaatste voor Thierry Henry, staat l'Equipe de France met lege handen. Het EK 2008 is voorbij.

In 1960 was Frankrijk al van de partij bij het eerste Europees kampioenschap en werd daar vierde. Tweemaal waren Les Bleus de besten van Europa. In 1984 ging Spanje met 2-0 op de knieën en in 2000 moesten de Italianen in de Rotterdamse Kuip er met 2-1 aan geloven. Vrijwel hetzelfde elftal (met Didier Deschamps) was twee jaar eerder in eigen land ook al wereldkampioen geworden door Brazilië met 3-0 naar huis te sturen.

Franse media zijn intussen eensgezind in hun oordeel dat ronduit vernietigend is voor Les Bleus, maar vooral voor trainer Raymond Domenech. Het eeuwige noodlot van een oefenmeester gaat ook aan hem niet voorbij. Vergeten is de prachtige tweede plek van het WK twee jaar geleden. De pers heeft zijn opvolger al benoemd en kiest in meerderheid voor oud-international Didier Deschamps, tot vorig jaar nog trainer van het Italiaanse Juventus. Didier, die als commentator voor radiozender RMC Info geen spaan heel liet van het Franse team en zijn trainer, liet gisteren direct weten trots te zijn wanneer de FFF hem belt. Zo gaat dat in het wereldje.

Labels: , , ,

11 juni 2008

Jean Jaurès

Een beetje linkse Franse stad heeft een avenue of place Jean Jaurès. Maar ook rechtse bestuurders konden niet om hem heen, dus toch maar een rue of in het uiterste geval een impasse. Montpellier heeft zelfs een heus standbeeld, maar zijn naam prijkt vooral op gevels van lycea en collèges. Want Marianne roemt deze socialist en pacifist vooral voor zijn ijver voor gratis onderwijs. In zijn eigen tijd, de jaren voor Wereldoorlog 1, werd hij echter vooral gezien als een vertegenwoordiger van het 'rode gevaar'. Medeoprichter in 1905 van de Section Française de l’Internationale Ouvrière, de Franse tak van de Socialistische Internationale, en de Parti socialiste de France en de natuurlijke vijand van conservatieve voormannen als Clemenceau en diens entourage.

Als lid van het Franse parlement, maar vooral ook tijdens buitenparlementaire acties, was de in Castres geboren Jean Jaurès een luis in de pels van de traditionele magistraten. Vooral mijnwerkers steunde hij bij pogingen hun lot te verbeteren en de veiligheid te vergroten. Hij koos partij voor de verguisde joodse officier Alfred Dreyfus, wegens vermeend landverraad ten onrechte gedeporteerd naar Duivelseiland. In 1904 richtte hij het socialistische weekblad l'Humanité op en gaf de Franse arbeider daarmee een eigen spreekbuis. Tot overmaat van ramp pleitte hij in die vooroorlogse jaren voor samenwerking met Duitsland, dat zich onder leiding van de Pruisische keizerskliek tot de tanden toe bewapende. Jaurès maakte zich sterk voor internationale arbitrage en kreeg daarvoor steeds meer aanhang. Het maakte hem tegelijk in bepaalde kringen zo gehaat, dat hij zelfs het etiket staatsvijand kreeg.

Op de dag dat Duitsland een ultimatum naar Parijs stuurde als opmaat voor een oorlogverklaring, op die 31e juli 1914 werd Jean Jaurès in een Parijs café vermoord. De dader, de jonge nationalist Raoul Villain, wilde juist oorlog met Duitsland. Die kreeg hij. Een dag later werd de mobilisatie afgekondigd en op 3 augustus stuurde Wilhelm II vanuit zijn Berlijnse Stadtschloss de oorlogsverklaring naar Parijs.
Villain werd na de oorlog vrijgesproken omdat "hij de natie een grote dienst had bewezen". "Zonder zijn moordaanslag had Frankrijk nooit de oorlog kunnen winnen", stond in het vonnis. Misschien was Jaurès wel de enige man die een oorlog met miljoenen doden nog had kunnen verhinderen. De geschiedenis heeft het ons niet kunnen leren.

Café de Croissant in de Rue Montmartre na de aanslag

Het besef van de betekenis van Jaurès is niet alleen zichtbaar in het straatbeeld. Tien jaar na zijn dood werden zijn resten bijgezet in het Parijse Panthéon, waar alleen de allergrootsten rusten. En Jacques Brel maakte hem onsterfelijk met zijn ode in het aangrijpende chanson Jaurès.

Labels: , , , ,

9 juni 2008

La gloire et la tristesse

Euro 2008

Les Pays-Bas noient l'Italie

La France déçoit

Labels: ,

5 juni 2008

Les joutes

Voor het publiek een vrolijk tijdverdrijf op een zonnige namiddag, voor de deelnemers een serieuze sport met zelfs kans op enig lichamelijk ongemak. In de havens van de Languedoc is het een zomers spektakel waar veel volk op afkomt. Zoals in 1270, toen soldaten en matrozen het lange wachten op het vertrek van de eerste kruistocht met Saint Louis in Aigues Mortes afwisselden met een kamp op het water. Vergelijk het met een middeleeuws riddertoernooi, maar dan wat vochtiger. In een klein bootje probeerden ze elkaar met een riem het havenwater in te duwen, wat ongetwijfeld ook in die tijd veel hilariteit zal hebben opgeleverd. Het spelletje werd al snel bekend bij andere wakkere zeebonken en in de archieven van Agde is ooit een document gevonden met een officieel reglement voor les joutes op pinksterzondag 1544 .

In de hele regio werd daarna op zon- en feestdagen door sterke mannen getracht elkaar te water te krijgen, niet zelden aanschouwd door een deftige heerschap die voor de prijzenpot zorgde. Zo bezocht de al eerder genoemde gouverneur van de Languedoc, de hertog van Montmorency, de joutes van Agde in 1601 en trok kardinaal De Richelieu, die zijn religieuze baan combineerde met staatszaken onder Louis XIII, naar Frontignan voor een potje duwen. Sète beleefde de eerste joutes in 1666 bij de opening van de nieuwe haven en mocht in 1745 zelfs koning Louis XV verwelkomen.

Sète (hier nog Cette) begin vorige eeuw

Echte sport werd het in 1933 bij de oprichting van de Fédération des Joutes Languedociennes en sinds 1973 bestaat er ook een competitie in Provence-Côte d 'Azur, wel met eigen spelregels. Overigens zijn er in heel Frankrijk meer dan honderd clubs, veelal met een eigen uitleg van de regels. Een groot deel daarvan gebruikt de rivier de Rhône als strijdtoneel, maar algemeen wordt de Languedoc als centrum van de sport beschouwd.
Daar wordt gestreden tussen een rode en een blauwe barque waarop 8 tot 10 roeiers en een jouteur, degeen die de lans hanteert op een verhoging achterop de boot. Met dat wapen moeten ze de tegenstander uit z'n evenwicht brengen met een nat pak als ultiem einddoel. Afhankelijk van het gewicht worden deze duwers in aparte klassen ingedeeld, zodat de kleintjes ook een kans hebben. Er zijn nog wel wat kleine lettertjes, een boel ritueel en zelfs muziek speelt een rol. Maar voor de toeschouwers telt dat nauwelijks, als er maar flink veel onderuit gaan.

Vanaf dit weekend beginnen de wedstrijden. Hoogtepunt is het toernooi van Saint-Louis dat elk jaar op 25 augustus in Sète wordt gehouden. Een dag eerder kun je in Grau-du-Roi naar de zwaargewichten. Reserveer er een tafeltje voor de lunch langs de kade en je zit eerste klas.

Labels: , , ,

4 juni 2008

Sportlijf

Sport doet vreemde dingen met een menselijk lijf. Tussen alle mooie tennismeisjes zie je in Parijs plots dat het ook anders kan. Maar de Russische Dinara Safina zit wel mooi in de halve finale.


Een lijf in droefenis verbergt z'n emoties voor een tribune die doorgaans slechts juicht voor de winnaar. De Spanjaard Nicolas Almagro liep in de kwartfinale tegen een ongenaakbaare landgenoot op en is inmiddels thuis.


Het lijf van andere Spanjaard Rafael Nadal bleek echter niet geheel ongeschonden. Een zachte hand doet wonderen op een open voet.


Het meest bewonderde lijf van Frankrijk is even dat van de 21-jarige Gaël Monfils. Het staat deze week volkomen onverwacht als nieuwe held in de halve finale.

Labels: , , ,

3 juni 2008

Sète

Venetië van de Languedoc wordt het wel genoemd, vooral in de toeristenfolders. Maar verwacht er geen gondels of operaklanken. Sète is een werkende stad met veel water en tonijnvissers. De Sétois zelf hebben het het over l'ile singulière, wat zoveel betekent als bijzonder eiland. Vanaf zee toont de Mont Saint-Clair zich inderdaad als een bult die uit het water oprijst. Een walvis die de kop uit de golven steekt, vonden vroege Gallo-Romeinse bewoners van de kuststreek. Dus noemden ze de bijna ronde heuvel Cette, naar cétacé voor walvis. Het grote waterzoogdier heeft nog steeds een prominente plaats in het stadswapen. In die tijd lag de heuvel nog in een lagune die later dichtslibde, net als de oude havens van Aigues Mortes, Agde en Narbonne. Cette is dan al bekend om zijn gepekelde vis.

Van Seta in de middeleeuwen, via Ceta en Cetia in de 16e eeuw, naar Montmoroncette toen de hertog van Montmoroncy als gouverneur van de Languedoc een versterking bouwde op de heuvel en gelijk maar zijn eigen naam aan de plek gaf. In 1666, onder Louis XIV, is de bouw van de beschermde havendam klaar en wordt de naam uiteindelijk Sète (Seta in het plaatselijke occitan). De Franse vloot en handelsschepen vinden er een veilige ankerplaats, de visserij komt tot bloei en via het Canal du Midi ligt het achterland open tot aan Bordeaux.

In juli 1710 tijdens de Spaanse Successieoorlog zijn de Engelsen er wel een tijdje de baas, maar tot de vorige eeuw blijft Sète altijd gespaard voor oorlogsgeweld. Op 25 juni 1944 wordt echter vrijwel de hele stad verwoest tijdens een bombardement door de Amerikaanse luchtmacht als voorbereiding op de bevrijding van de Languedoc. Het grote spooremplacement en de raffinaderijen van Balaruc en Frontignan zijn dan voor de Duitsers niet meer bruikbaar en op 20 augustus is de oorlog in Sète voorbij.

Van die verwoesting is niets meer te zien en de stad heeft zich ontwikkeld tot de belangrijkste Franse vissershaven aan de Méditerrannée. Maar ook een warme zuidelijke stad vol cultuur en joi de vivre. Met schrijver Paul Valéry, chansonnier Georges Brassens, zigeuner gitarist Manitas de Plata, acteur-regisseur Jean Vilar, filmregisseuse Agnès Varda en de schilderende en beeldhouwende broers Di Rosa heeft Sète, met maar net 40.000 inwoners, een hoge score op de kunstladder.

En met de Tielle à la Sétoise een culinaire trekpleister die een omweg naar dit bijzondere eiland waard is.

Labels: , , ,

1 juni 2008

Chauvinist

De allereerste chauvinist was een Fransman, een halfmythische soldaat die rond 1780 werd geboren in Rochefort. Over hem doen vele verhalen de ronde en een stoet van historici heeft getracht de enige waarheid over Nicolas Chauvin te achterhalen. Sommigen beweren zelfs dat hij nooit heeft bestaan en alleen voor propagandadoelen is bedacht, andere dragen bewijzen aan dat hij wel degelijke grote daden zou hebben verricht.

Chauvin zou in het revolutionaire leger van de nieuwe republiek gediend hebben en later in de Grande Armée van Napoleon. Niet minder dan zeventien keer is hij gewond geraakt, maar bleef onvervaard met al zijn verminkingen vol overgave zijn vaderland dienen. Een ware chauvinist dus en hij is in ieder geval de naamgever van het woord. Volgens Van Dale iemand met overdreven vaderlandsliefde, maar ook met blinde ingenomenheid met alles wat tot de eigen kring of omgeving hoort. Napoleon eerde Nicolas Chauvin daarvoor met een Sabre d' Honneur en gaf hem een pensioen van 200 francs, luidt het verhaal.

Zijn grenzeloze patriottisme en onvoorwaardelijke geloof in eigen land leverde deze letterlijk geboren chauvinist echter veel spot op. In voorstellingen van het Franse volkstoneel werd hij veelvuldig opgevoerd als een sukkel die slechts bevelen opvolgt, maar tegelijk ook populair als de simpele ziel met wie je toch een beetje medelijden voelt. In ieder geval is zijn naam in vele talen terecht gekomen, ondanks het feit dat de gekende wetenschapper Gérard de Puymèges recent heeft gepubliceerd dat Chauvin nooit heeft bestaan, maar een bedenksel was van 19e-eeuwse artiesten die de slaafse volgzaamheid van de simpele soldaat op de korrel wilden nemen. En daarmee het begrip chauvinisme voor altijd een negatieve klank hebben gegeven.

De komende weken zullen vele chauvinisten uit vele landen langstrekken. Uitgedost in vreemde dracht en opvallend door nog vreemder gedrag.
Overdreven vaderlandsliefde, blind volgen van vlag en tromgeroffel. Voetbal is oorlog...

Labels: , , ,