Jean Jaurès
Een beetje linkse Franse stad heeft een avenue of place Jean Jaurès. Maar ook rechtse bestuurders konden niet om hem heen, dus toch maar een rue of in het uiterste geval een impasse. Montpellier heeft zelfs een heus standbeeld, maar zijn naam prijkt vooral op gevels van lycea en collèges. Want Marianne roemt deze socialist en pacifist vooral voor zijn ijver voor gratis onderwijs. In zijn eigen tijd, de jaren voor Wereldoorlog 1, werd hij echter vooral gezien als een vertegenwoordiger van het 'rode gevaar'. Medeoprichter in 1905 van de Section Française de l’Internationale Ouvrière, de Franse tak van de Socialistische Internationale, en de Parti socialiste de France en de natuurlijke vijand van conservatieve voormannen als Clemenceau en diens entourage.
Als lid van het Franse parlement, maar vooral ook tijdens buitenparlementaire acties, was de in Castres geboren Jean Jaurès een luis in de pels van de traditionele magistraten. Vooral mijnwerkers steunde hij bij pogingen hun lot te verbeteren en de veiligheid te vergroten. Hij koos partij voor de verguisde joodse officier Alfred Dreyfus, wegens vermeend landverraad ten onrechte gedeporteerd naar Duivelseiland. In 1904 richtte hij het socialistische weekblad l'Humanité op en gaf de Franse arbeider daarmee een eigen spreekbuis. Tot overmaat van ramp pleitte hij in die vooroorlogse jaren voor samenwerking met Duitsland, dat zich onder leiding van de Pruisische keizerskliek tot de tanden toe bewapende. Jaurès maakte zich sterk voor internationale arbitrage en kreeg daarvoor steeds meer aanhang. Het maakte hem tegelijk in bepaalde kringen zo gehaat, dat hij zelfs het etiket staatsvijand kreeg.
Op de dag dat Duitsland een ultimatum naar Parijs stuurde als opmaat voor een oorlogverklaring, op die 31e juli 1914 werd Jean Jaurès in een Parijs café vermoord. De dader, de jonge nationalist Raoul Villain, wilde juist oorlog met Duitsland. Die kreeg hij. Een dag later werd de mobilisatie afgekondigd en op 3 augustus stuurde Wilhelm II vanuit zijn Berlijnse Stadtschloss de oorlogsverklaring naar Parijs.
Villain werd na de oorlog vrijgesproken omdat "hij de natie een grote dienst had bewezen". "Zonder zijn moordaanslag had Frankrijk nooit de oorlog kunnen winnen", stond in het vonnis. Misschien was Jaurès wel de enige man die een oorlog met miljoenen doden nog had kunnen verhinderen. De geschiedenis heeft het ons niet kunnen leren.
Het besef van de betekenis van Jaurès is niet alleen zichtbaar in het straatbeeld. Tien jaar na zijn dood werden zijn resten bijgezet in het Parijse Panthéon, waar alleen de allergrootsten rusten. En Jacques Brel maakte hem onsterfelijk met zijn ode in het aangrijpende chanson Jaurès.
Labels: Jacques Brel, l'Humanité, pacifist, Panthéon, socialist
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage