Henri Cartier-Bresson
Fotograaf Henri Cartier-Bresson had al vroeg één doel voor ogen: "Ik was vastbesloten om het leven vast te leggen." Als kind raakte hij gefascineerd door de schilderkunst en volgde daarvoor ook een opleiding. Maar nadat hij in 1931 als 23-jarige was hersteld van zwarte koorts, opgelopen tijdens een verblijf in Afrika, maakte hij kennis met fotografie.
"Plotseling begreep ik dat een foto de eeuwigheid in een seconde kon stilzetten." In Marseille kocht hij een kleine Leica met een simpele 50 mm lens en liep de hele dag over straat, gespannen en klaar om af te drukken.
Hij trok Europa in, bezocht Berlijn, Brussel, Warschau, Praag, Budapest en Madrid en had een jaar later al zijn eerste tentoonsteling in New York. In de roerige jaren dertig werkte hij freelance, bezocht Spanje in de burgeroorlog, deed filmervaring op bij de Franse regisseur Renoir en maakte een aantal documentaire fotoboeken met thema's over actuele onderwerpen vanuit een links, soms communistisch perspectief.
Na het uitbreken van Wereldoorlog 2 deed hij als fotograaf dienst in het Franse leger, was 35 maanden krijgsgevangen maar wist te ontvluchten. Hij vond zijn begraven Leica terug in een weiland in de Vogezen. Tot het einde van de oorlog was hij actief in het verzet en gedurende bijna vijf jaar als fotograaf onzichtbaar. In de veronderstelling dat hij niet meer leefde, organiseerde het Museum of Modern Art in New York in 1946 zelfs een postume expositie. Cartier-Bresson zelf was toen volop aan het werk en zocht veel contact met andere fotografen.
Samen met zijn Spaanse collega Robert Capa en anderen richtte hij in 1947 het fameuze fotopersbureau Magnum op. Het bracht hem over de hele wereld als getuige van belangrijke gebeurtenissen. Het meest ingrijpend was de moord op de Indiase leider Mahatma Ghandi, direct nadat Cartier-Bresson een gesprek met de geweldloze strijder had gevoerd. De opnamen op diens strerfbed werden wereldberoemd.
Dat gebeurde ook met een indringende reportage over filmactrice Marilyn Monroe tijdens haar laatste film The Misfits, kort voor haar raadselachtige dood. Hij kreeg het bovendien voor elkaar als eerste westerse fotojournalist een bezoek te brengen aan de naoorlogse Sovjet-Unie en maakte van dichtbij de Maoïstische revolutie in China mee.
In zijn boek The Decisive Moment probeert hij de essentie van fotografie te benoemen: een moment bevriezen waarin alles klopt en op z'n plaats staat. Zijn vermogen om alledaagse dingen in een fractie van een seconde vast leggen en eeuwigheidswaarde te geven was ongeëvenaard. Zonder geknoei in een donkere kamer achteraf, het moest direct raak zijn, bijsnijden was taboe.
Labels: Ghandi, Magnum, Marylin Monroe, Robert Capa
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage