22 augustus 2011

Tweedekker

Balzac in 1842 op één van de eerste foto's 
De Franse schrijver Honoré de Balzac was in eigen land in de eerste helft van 19e eeuw één van de best verkochte auteurs. De in Tours geboren veelschrijver (alleen al in de serie Comédie Humaine pende hij ruim 80 titels bijeen) was dus voor het buitenland gewild jachtterrein. Door het ontbreken van een internationale overeenkomst over auteursrechten ging vooral een aantal Belgische en Nederlandse uitgevers met zijn werk aan de haal. Voor de romancier, voorganger en inspirator voor latere realisten, was in 1834 de maat dan ook vol.

In zijn beroemde Lettre aux écrivains français du XIXe siècle nam hij de leiding van het verzet tegen de contrefacteurs en kreeg steun van beroemdheden als Alexandre Dumas, Victor Hugo en George Sand. Toch duurde het tot 1852 voordat de Franse schrijvers hun gelijk haalden en de graaiende uitgevers in de Lage Landen hun lucratieve handeltje zagen stranden.

Balzac zelf werd door zijn Franse literaire tijdgenoten fel bekritiseerd toen hij 1836 als eerste een roman als feuilleton publiceerde in de net opgerichte Parijse populaire krant La Presse. Niet chique genoeg. Maar het bleek een gouden greep, want vanaf dat moment steeg ook zijn eigen populariteit tot grote hoogte. Zelfs Charles Dickens volgde in Engeland zijn voorbeeld.

Met La Presse liep het op 10 mei 1927 overigens  slecht af. Op die dag publiceerde de krant met veel tamtam de allereerste geslaagde Franse vlucht over de Atlantische Oceaan door Charles Nungesser en François Coli in hun Oiseau Blanc. De tweedekker heeft de overkant echter niet bereikt en het wrak is nooit  gevonden. Het betekende wel het failliet voor La Presse.

Labels: , , , , ,

6 oktober 2010

Zomerpaleis

Een jaar geleden meldde de Chinese pers dat experts in het buitenland gingen zoeken naar oude foto’s van het Yuanmingyuan-paleis in de hoofdstad Beijing, het oude Zomerpaleis van de Chinese keizers. Dit jaar komt ook Frankrijk aan de beurt. Geen wereldschokkend nieuwtje, ware het niet dat het paleis morgen precies 150 jaar geleden door Franse en Britse soldaten werd geplunderd en in brand gestoken. Dat gebeurde tijdens de Tweede Opiumoorlog (1856-1860), een actie van koloniaal Engeland en Frankrijk om China in het gareel te houden.

Het verwoesten van het hart van de Manchu-dynastie wordt zelfs in de huidige communistische maatschappij nog steeds ervaren als de grootste vernedering door westerse landen. Beijing herdenkt de dramatische gebeurtenis deze week, maar vertaalt verbittering niet in materiële zin. Herstelbetalingen doen er niet toe, wel het opsporen van het Chinese erfgoed. Desnoods alleen op foto’s. Want slechts ruïnes van paleis en omliggende parken resten

Volgens ruwe schatting moeten 1,5 miljoen antieke Chinese voorwerpen terug te vinden zijn in 2000 musea in 47 landen. In Frankrijk zou het bijvoorbeeld om Fontainebleau gaan. Hoeveel in particulier bezit is weet niemand, maar dat ook op Franse schoorsteenmantels oorlogsbuit moet staan is zeker.
Het doel van de zoektocht is uiteindelijk restauratie van het Zomerpaleis met behulp van authentieke foto’s. Zo heeft de Amerikaanse Duke University al archiefmateriaal beschikbaar gesteld.

Dat ook ten tijde van de plundering Franse schaamte niet uitbleef, bewijst een uitspraak van schrijver Victor Hugo. Hij zei te hopen voor zijn dood nog drie dingen te mogen beleven: de afschaffing van de doodstraf, de Europese eenheid en  de teruggave van de gestolen Manchu-schatten.
Tot zijn dood in 1885 heeft hij het niet meegemaakt.

Labels: , , , ,