Erfgoed
Gisteren eindigde in Brasilia de jaarlijkse zitting van het Comité voor het Werelderfgoed van de Unesco. Van de 39 kandidaten voor de prestigieuze titel kregen, behalve de Amsterdamse grachtengordel, nog 22 andere natuurlijke en culturele locaties groen licht. Of dat altijd zo begerenswaardig is valt te betwijfelen. Vaak mag je nog geen spijker ergens inslaan, laat staan een commerciële boodschap op de muur kwasten. Dus hebben verontruste Amsterdamse ondernemers al luidkeels geroepen dat het centrum ten dode is opgeschreven.
Ook Frankrijk viel in de prijzen. De 63 hectare van de rode bisschopsstad Albi zijn nu ook werelderfgoed. De stad is vooral beroemd om zijn kathedraal uit 1282 ter ere van de heilige Cecilia. Een machtig bouwwerk in rode baksteen (boven) met een groot gewelf, ooit bijzonder gedecoreerd door kunstenaars uit Bologna. Ander hoogtepunt is Palais de la Berbie, een versterkte burcht met een massieve donjon, waar sinds 1922 het museum voor de locale schilder Toulouse Lautrec is gevestigd.
Een eind verderop, voor de Afrikaanse kust in de Stille Oceaan, is het overzeese departement Réunion de gelukkige. Met 802.00 inwoners op ruim 2500 km² bestaat het eiland vooral van toerisme. Dat gaat ongetwijfeld toenemen nu het Parc national de la Réunion in de prijzen is gevallen. De twee vulkanen en het omringende berglandschap met spectacuulaire keteldalen trekken al veel alpinisten, dus filelopen lijkt de toekomst.
Labels: Albi, patrimoine mondiale, Réunion, Unesco, werelderfgoed
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage