Picasso
Hoewel 100% Spanjaard, zowel van geboorte als in zijn paspoort, wordt Picasso eigenlijk vooral als beroemde Fransman gezien. En niet geheel ten onrechte, want het overgrote deel van zijn leven en vrijwel zijn hele creatieve productie heeft zich in Frankrijk afgespeeld.
Pablo Diego José Francisco de Paula Juan Nepomuceno María de los Remedios Cipriano de la Santísima Trinidad Clito Ruiz Picasso is geboren in Malaga (Andalucia). De naam Ruiz is van vader en Picasso de familienaam van mama, zoals iedereen in Spanje altijd twee achternamen heeft. De rest op zijn geboortekaartje is voor allerlei heiligen en overige familieleden.
In 1900, 19 jaar oud, maakt de net afgestudeerde kunststudent zijn eerste reis naar Parijs. Hij ontmoet er journalist en dichter Max Jacob, die hem helpt met de Franse taal. De twee arme sloebers delen een kamer, Max werkt overdag en slaapt 's nachts en Pablo doet het andersom. Veel van zijn eerste werk (niet dit zelfportret 1901) moet de volgende dag al verbrand worden om de kamer warm te houden.
In de volgende jaren is hij wel af en toe even in Barcelona, maar Parijs wordt zijn vaste basis. Onder zijn vrienden telt hij ook dichter Guillaume Apollinaire, die na de beruchte diefstal in 1911 van de Mona Lisa uit het Louvre de politie suggereert dat het doek misschien te vinden is bij Pablo. Het kost hem nog een paar dagen cel voordat zijn onschuld helder is.
Picasso leeft in Parijs samen met vriendinnen die hij veelvuldig in zijn schilderijen verwerkt en trouwt in 1918 de beroemde Russische ballerina Olga Khokhlova. Via haar belandt hij in de rijke jet-set van de Parijse twintiger jaren en succes plus bijbehorende geldstroom is verzekerd.
Elf jaar later begint hij een relatie met zijn 17-jarige model Marie-Thérèse Walter, verlaat Olga maar wil niet scheiden van haar omdat hij zijn inmiddels aanzienlijke bezit niet wil delen. Wanneer de Russische 26 jaar later overlijdt komt pas een einde aan het bizarre huwelijk.
Maar ook Marie-Thérèse, inspiratie voor Le peintre et son model, zal geen blijvertje blijken.
Als de nazi's in 1940 in Parijs de lakens gaan uitdelen, wordt het werk van Picasso bestempeld als entarte Kunst en de kunstenaar komt ruim vier jaar vrijwel zijn atelier niet uit. Wanneer hij spullen nodig heeft om een bronzen sculptuur te maken, worden die door het linkse Franse verzet geleverd omdat het Herrenvolk alle brons geroofd heeft. In 1944 wordt hij, wellicht als dank, zelfs lid van de Franse communistische partij. Toch krijgt hij in de oorlog bezoek van de Duitse ambassadeur Otto Abetz. Wanneer die een foto van het beroemde schilderij Guernica ziet, vraagt hij "C'est vous qui avez fait cela ?", waarop Picasso antwoordt : "Non... vous"
Na de oorlog zijn er nog verschillende Franse muzes waarmee hij tijdelijk bed en leven deelt, tot hij in 1961 trouwt met de laatste, Jacqueline Rocque. Ontdekt in een poterie aan de Rivièra waar hij verschillende huizen bezit. Op 8 april 1973 geeft hij in zijn mas Notre Dame de Vie in Mougins een etentje voor vrienden. De 91-jarige nodigt hen uit op hem te drinken: "Buvez à ma santé, vous savez que je bois jamais plus" zijn de laatste woorden van Pablo Ruiz Picasso .
Hij is begraven in het park van zijn eigen Château Vauvenargues in Bouches-du-Rhône. Frankrijk heeft hem musea geschonken in Parijs, Vallauris (waar hij zijn laatste liefde Jacqueline ontmoette) en Antibes.
Veel Franser kan een Spanjaard nauwelijks geleefd hebben.
Labels: Guernica, Mona Lisa, Olga Khokhlova, Vauvenargues
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage