Hélène Berr
8 juni 1942, maandagavond.
"Mon Dieu, ik geloofde niet dat het zo moeilijk zou zijn. Ik was de hele dag erg flink en heb mijn hoofd omhoog gehouden om de mensen aan te kijken die zich naar me omdraaiden. Maar het is zwaar."
Regels uit het dagboek van de dan 21-jarige jonge joodse Parisienne Hélène Berr op de dag dat ze voor het eerst met een gele jodenster in Parijs op straat loopt. Een week eerder had de Duitse bezetter deze vernederende en rascistische maatregel uitgevaardigd. De studente Engels aan de Sorbonne schrijft tussen 1942 en 1944 haar journal op 262 velletjes papier. Eerst in blauwe en zwarte inkt, later met potlood in steeds breekbaarder schrift. Het document wordt na de oorlog door de familie Berr op haar verzoek overgedragen aan de nu 86-jarige ex-diplomaat Jean Morawiecki, toen haar verloofde die zich had aangesloten bij France Libre van De Gaulle. Het hoorde bij het weinige dat over was uit het korte leven van Hélène. Wat foto's, een viool waarop ze sonates van Mozart speelde en een zakmes.
Het dagboek van de 'andere Anne Frank', zoals ze al is genoemd, is vorige maand als boek verschenen. Haar geschiedenis toont dan ook veel overeenkomsten met die van het meisje uit het Amsterdamse Achterhuis. Omdat ze onder de Duitse rassenwetten geen examens mag afleggen, gaat ze als vrijwilligster werken voor een joodse organisatie die het contact met de bezetter onderhoudt. Ze weigert te vluchten wanneer dat nog kan en zorgt in het geheim ook voor joodse weeskinderen die ze probeert te behoeden voor transport naar Duitsland. Zo geheim dat ze zelfs in haar dagboek daarover niet rept.
Beducht voor arrestatie besluit ze op 15 februari 1944 te stoppen met schrijven en bezorgt het journal bij een familielid. De laatste woorden zijn een een citaat van Shakespeare: "Horror, horror, horror".
Op 8 maart 1944 wordt ze samen met haar vader en moeder opgepakt en belandt in Drancy, een doorgangskamp op weg naar Duitsland. Op haar 23e verjaardag gaat ze op transport naar Auschwitz, later gaat ze door naar Bergen-Belsen. Daar sterft ze in april 1944, kort na Anne Frank. Volgens de 'gründlich' bijgehouden Duitse statistieken aan typhus, volgens ooggetuigen doodgeslagen.
Jean Morawiecki gaf de 262 velletjes een paar jaar geleden terug aan de familie van zijn verloofde. Een nicht van Hélène, zelf boekhandelaar, besloot dat er een uitgave van moest komen. Franse èn internationale recensenten spraken bij de verschijning in januari vol lof over het boek. Het dagblad Libération noemde het zelfs dé gebeurtenis van 2008, nog voor het jaar goed en wel begonnen was. Er werden in de eerste twee dagen 24.000 exemplaren verkocht.
Labels: Anne Frank, Bergen-Belsen, dagboek, joods
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage