Mont Ventoux
Vanuit de logeerkamer boven kun je bij helder weer de Mont Ventoux zien. Voor gasten die 's morgens het luik openen altijd een bijzondere sensatie. Winter èn zomer lijkt de berg een witte muts te hebben, maar in hete maanden is dat gezichtsbedrog. De zuidelijke top, een woestenij van miljoenen jaren door de zon uitgebleekte rots, toont als een spierwit maanlandschap. De schrik van elke wielrenner die langs die kant, voor kenners de route vanuit Bedoin, de klim naar het observatorium op 1909 meter hoogte aanvangt. De eerste kilometers door naaldbossen, waar venijnige steekvliegen hun territorium met verve verdedigen. Boven de boomgrens heerst de natuur in alle gedaanten. Soms met een hardnekkige ondoordringbare mist, die je tot het bot verkleumt. Een dag later kan de hitte je verzengen tot de dood erop volgt.
Zoals op 13 juli 1967. De Engelse mijnwerkerszoon Tom Simpson is 30 jaar oud en heeft een profcontract bij de Franse wielerploeg Peugeot. Die dag rijdt hij de 14e etappe van de Tour de France van Marseille naar Carpentras. In het parcours is ook de snoeihete Mont Ventoux opgenomen. Simpson, een redelijke klimmer, rijdt tot niet ver van de top van de Kale Berg met de besten mee naar boven (op de foto vlak voor het fatale einde). Plotseling begint hij te slingeren en valt. Hij vraagt omstanders hem weer op de fiets te helpen, maar een paar meter verder valt hij opnieuw. Tourarts Dumas is snel bij hem, probeert vergeefs mond-op-mond beademing en zuurstof, maar kan niet veel uitrichten. Met een helicopter wordt de renner naar een ziekenhuis in Avignon gevlogen, waar om 17.40 uur de dood wordt geconstateerd. Na autopsie blijkt die te zijn veroorzaakt door een cocktail van hitte, alcohol en amfetamines.
Intussen wint Nederlander Jan Janssen in Carpentras de etappe, onwetend van de catastrofe die achter hem heeft plaatsgevonden. De Tourwinnaar van een jaar later zegt nog steeds dat hij niet naar 'die kloteberg' kan kijken wanneer hij in de buurt komt.
Dat had vandaag gekund om een nieuwe Nederlandse ster te bewonderen. Robert Gesink, 21 nog maar en rijdend voor de ploeg van Rabobank, fietste op de flanken van de Provencaalse reus een heel peloton aan gort. Slechts een Australiër kon hem volgen, maar voor de eindwinst in Paris-Nice telt die niet mee. Zondag weten we of op de Promenade des Anglais in Nice een NL-feestje kan worden gevierd. Maar vanmiddag was het alvast glorie, een bloementuil maar vooral de gele trui voor het 1.87 m lange toptalent uit Varsseveld. Franse media waren danig onder de indruk van le jeune Batave.
Le Ventoux sacre un espoir
Une étoile est née
Labels: Jan Janssen, Robert Gesink, Tom Simpson, Tour de France 1967
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage