Bedorven vlees
Wanneer je in vroeger eeuwen ergens voor een hofbal werd uitgenodigd, kwam je niet weg met zomaar wat bewegen op de maat van de muziek. Alle stappen en variaties waren strikt voorgeschreven en wie niet de kunst verstond kon een volgend bal wel op de buik schrijven. Tegelijk was dan je plekje in de koninklijke hiërarchie ernstig in gevaar. Het was dus een belangrijk deel van de adellijke opvoeding om de Duitse allemande, de Italiaanse volta, de Franse branle of gaillarde tot in de puntjes te beheersen. Bovendien kon je, op zoek naar een passende partner om de stamboom op te poetsen, maar beter goed getraind op de vloer verschijnen.
Dus was het beroep van dansleraar een lucratieve bezigheid. In Frankrijk kon je dan niet om Jehan Tabourot heen, een geestelijke die echter niet vies was van een dansje op z’n tijd. Hij schreef er onder het anagram Thoinot Arbeau zelfs een boek over, de Orchésographie. Met dat werkje onder de arm trokken de jonge prinsen en prinsessen door Europa, op zoek naar de hoofse liefde. Die, volgens Tabourot, “slechts gevonden kon worden wanneer je niet naar bedorven vlees rook èn goed kon dansen”.
Ook onze eigen eerste Prins van Oranje (links) moest er aan geloven. Maar hij was dol op chierlycke danseryen en kon het ook goed. Vooral de springerige gaillarde (filmpje) had hij in de benen. 18 jaar oud en nog maar net getrouwd met Anna van Egmont, moest hij met vader Willem de Rijke op een diplomatieke reis naar Frankrijk. Daar werden zij uitgenodigd op een bal van de Franse koning Henri II. Op zondag 20 oktober 1551 in Fontainebleau won hij die avond de gaillardeprijs.
Hoewel andere bronnen melden dat hij wel prachtig danste, maar helaas niet op de maat van de muziek...
Labels: Fontainebleau, gaillarde, Henri II, Jehan Tabourot, Willem de Rijke, Willem van Oranje
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage