Surcouf

Eén van de beroemdste zonen van de Bretonse havenstad Saint-Malo (boven) is Robert Surcouf. Hij werd er in 1773 geboren in een gezin van lage adel en zijn ouders hadden het knaapje voorbestemd om priester te worden. Na een angstig avontuur met een sloep op zee, waarbij hij door een reddingsactie ternauwernood aan een iets te vroeg einde ontsnapte, stuurde pa hem naar een katholiek internaat in Dinard. Het geestelijk leven ging echter aan Robert voorbij en hij monsterde op 13-jarige leeftijd aan als dekknecht op een Indië-vaarder.

Zeven jaar later was hij al kapitein op een kleine tweemaster en niet lang daarna begon een roemrijke carrière als commandant op de kaapvaart. Los van de officiële marine joeg de kaper op Britse buit en bracht voor Frankrijk grote schade toe aan erfvijand Engeland. In 1802 kreeg hij het bevel over het met zwaar scheepsgeschut uitgeruste kleine fregat La Confiance en presteerde het zelfs om een onbeslist gevecht aan te gaan met het fameuze en veel grotere HMS Kent, de trots van de Britse marine (onder).

In vijf jaar tijd wist hij met succes een vijftigtal Britse en Portugese schepen te overmeesteren. Eén van zijn sluwe methodes was het te water laten van een verlicht vlot, zodat zijn tegenstanders hem op een totaal andere positie dachten.

Buit en roem leverden Robert Surcouf veel geld op en hij werd de rijkste burger van Saint-Malo en wijde omtrek. Nog steeds wordt in het noorden van Bretagne verhaald dat hij met dat geld alle straatstenen van de stad had kunnen bedekken.



Na zijn dood in 1827 werd de rouwsloep, begeleid door een stoet van vaartuigen, als eerbetoon langs de muren van de vestingstad gevaren.

Zijn bronzen alter ego wijst nog immer van de vesting richting vijand.

met dank aan Anneke...