Raoul Lemaire (1884-1972), afkomstig uit de Somme, was één van de peetvaders van de Franse biologische landbouw. Zijn simpele methode bestond uit het geven van praktische richtlijnen over zaken als composteren, ondiep ploegen, groenbemesting en gebruik van kruiden in de veeteelt. In de jaren zestig van de vorige eeuw ging de bioloog-geneticus met een caravan letterlijk de boer op. Niet de regelgeving, maar boeren zelf moesten de chemische landbouw de nek om draaien.
Huidige cijfers tonen twijfel aan de goede wil van het behoudende Franse platteland. 46% van de consumenten wil minstens eens per maand biologisch eten op tafel. In 2008 steeg de 'groene' omzet tot 2,6 miljard euro, of 1,7% van de totale voedselconsumptie. De vraag groeit explosief, maar boeren hebben moeite daar mee om te gaan. Slechts 3,2% van de bedrijven boert bio, eind 2009 op slechts 2,5% van het totale beschikbare oppervlak. De belofte van Sarkozy om in 2012 de 6% te halen is een illusie.
De sector zelf is het meest bedroefd maar wijst vooral naar hun minister Bruno Le Maire. Geen geld om traditionele boeren te bekeren, slechte communicatie en uitblijven van toegezegde steun. Het resultaat is dat 30% van de biologische producten wordt geïmporteerd, voor groenten en fruit soms het dubbele.
Transport met uitstoot van nog veel meer kooldioxide is het milieuverpestende gevolg.
Een Franse paradox.
Labels: biologisch, chemische landbouw, CO2, Raoul Lemaire, Sarkozy
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage