France Télecom
In 1880 heette het Compagnie Générale du Téléphone. Een fusie van privé-bedrijfjes die telefoonaansluitingen aan elkaar zouden gaan koppelen. Pioniers uit Bordeaux, Marseille, Nantes en Le Havre schoven aan bij de 300 abonnees in Parijs. Een jaar later sloot de ijzeren hand van de Franse overheid zich om het prille net en tot vandaag verdwijnen de opbrengsten van het telefoonnet keurig in het geldkistje van Sarkozy en zijn getrouwen.
Het staatsbedrijf heet nu France Telecom en zegt zelf zo'n kleine 120 miljoen 'klanten' te hebben. Dagelijks zijn bijna 220.000 salariés in de weer om alle draadjes en ethersignalen aan elkaar te knopen. Dat lukt niet altijd, vooral omdat een heleboel van die draadjes niet onder de grond lopen maar ergens daarboven hangen. Aan paaltjes die er soms uitzien alsof ze 1880 nog meegemaakt hebben. Ze waaien nogal eens om, bliksem erin, soms een boom op een lijn, rijdt een auto tegen een mast, broedt een koppel duiven in de top, klont in de lijn of een wespennest in een kastje. Kan allemaal gebeuren.
Inburgeren betekent ook dat je leert leven met een telefoonstoring. Of vier dagen geen internet. Zonder dat iemand van die 220.000 de moeite neemt om daar enige opheldering over te verschaffen. Waarom ook. Een 'klant' is slechts een vervelende onderbreking van het werk.
Gelukkig komt de factuur perfect op tijd en wordt het abonnementsgeld exact op het uur nauwkeurig van je rekening afgeboekt. Automatisch. Komt ook niemand van die 220.000 aan te pas.
Labels: inburgeren, klant, staatsbedrijf
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage