17 mei 2009

Diligence

Op een zomerse dag de autoroute Paris-Marseille. Kost je gauw een uur of acht. Inclusief een steak-frites bij zo'n brugrestaurant, twee keer plassen en de aanschaf van een volle tank. In 1765 duurde het allemaal iets langer. Een koerier uit Versailles deed 16 dagen over een rit naar Toulouse. Met een eigen koets of per openbare diligence van Paris naar Marseille moest je 12 dagen uittrekken. Was je halve vakantie al om. De meeste tijd verdeed je in de halteplaatsen voor de overnachting. Want 's nachts werd er niet gereden. Dan was de Grand Chemin voor struikrovers en rondtrekkende bendes. Paarden en voertuigen achter slot en grendel.

Wat nu de N7 heet was vroeger de enige verbinding naar het zuiden. Op dagreizen van elkaar waren pleisterplaatsen ontstaan. Daar werden paarden gewisseld, de nacht doorgebracht en natuurlijk hapje drankje. Op de huidige Route Nationale kun je veel van die plekken nog terugvinden. Vaak een forse auberge of hostellerie, met een cour waar de paardenstallen op uitkwamen. Er werd ook gehandeld in kleine koetsen, die je weer kon verkopen op de volgende bestemming. Reizigers sliepen op zaaltjes of in een eigen kamer wanneer je dat kon betalen.

Je vertrok uit de hoofdstad in een diligence met soms wel 16 passagiers verdeeld over 3 coupés (zoals boven). Dagen met elkaar opgescheept. De goedkoopste plaatsen in weer en wind bij de koetsier. De eerste nacht werd meestal doorgebracht in Pont-sur-Yonne. Daarna volgden Vermenton, Arnay-le-Duc, Mâcon en de vijfde nacht al in Lyon. In het heuvelachtige zuiden ging het wat langzamer. Via Vienne, Valence, Montélimar, Pont-St.Esprit en Avignon naar de voorlaatste halte in Aix-en-Provence. Op de laatste dag was het rukje naar Marseille weliswaar steil, maar met een beetje geluk zat je op tijd voor een apéro aan de Vieux-Port. Waarschijnlijk heette die in 1765 gewoon Le Port.

Vijftig jaar later waren de wegen een stuk beter en presteerde een beetje koetsier het om de afstand af te leggen in 110 uur. Een ruime halvering. Ook door steviger voertuigen met betere vering en meer paarden voor de bok. Het verkeer was toegenomen en dus ook het aantal auberges. Hébergement werd een bedrijfstak.

...haven van Marseille 1895...
De vooruitgang sloeg toe en in 1834 lezen we berichten dat Paris-Marseille in 80 uur werd gedaan. In 1854 had de eerste trein slechts 38 uur nodig en een eeuw later zoefde de sneltrein Mistral in nog geen 8 uur over het traject. Vandaag overbrugt de TGV-Méditerrannée de 730 km 16 keer in precies 3 uur.

Labels: , , ,

2 reacties:

Op 11 augustus 2007 om 09:19 , Anonymous Anoniem zei...

je begint je verhaal in de 18e eeuw. Maar er was ook nog een transport-pre/protohistorie. De alouden liepen en dat deden ze niet eens zo slecht. Caesars cohorten kenden ongekende snelheden op de eerste via's die Frankrijk doorkruisten. Moet een daverend gezicht zijn geweest. Maar het duurde dagen en het was geen kleurrijke flits, zoals wanneer de tour passeert, maar een langdurig genieten als al die stapvoets langs marcherende huurlingen zwetend en steunend liepen te vloeken en te tieren vanwege de stomme dadendrang van hun meerderen.
Peter

 
Op 11 augustus 2007 om 11:22 , Anonymous Anoniem zei...

In DE BELLO GALLICO schrijft Caesar dat zijn legioenen in 2 weken van N-Italië naar het land der Belgen marcheerden. Toen bij de Aisne, dus N-Frankrijk. Ruw geschat toch een 1000 km. In zijn boek is ander rekenwerk ook verre van nauwkeurig, zodat je mag twijfelen over een gemiddelde van 70 km per dag. Overigens waren ze in de strijd minder snel dan Germanen. De Romeinse kracht lag in massa en tactiek. Germaans voetvolk gebruikte de manen van paarden om zich snel te verplaatsen. Minstens zo spannend om te zien.

 

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage