19 december 2009

Sorbonne


In de Middeleeuwen was in Frankrijk onderwijs voorbehouden aan jongelingen die priester wilden worden. De locale pastoor stampte het Notre Père in en legde het Credo uit. Een proefpreekje en hoppa, de kansel op. Wilde je meer wijsheid, was je aangewezen op een klooster of een kathedraalschool, zoals in Reims en Parijs (Notre Dame). Daar leerde je van een magister, vaak een oud-student, de zeven vrije kunsten, de artes liberales: grammatica, retorica, logica, de leer van abstracte getallen, meetkunde, stereometrie en harmonieleer (muziek).

Een schoolgebouw was niet nodig, de magister ontving zijn leerlingen overal. Rond 1200 verenigden de Parijse magisters zich in een gilde of universitas, zodat een beetje eenheid in examens en titels kwam. Ze kozen uit hun midden een rector, die ook de contacten met de bisschop verzorgde. Er onstonden ook speciale college's, gefinancierd door rijke weldoeners waar veelbelovende jonge wetenschappers ook kost en inwoning kregen.


Zo richtte in 1253 Robert de Sorbon, een niet onbemiddelde kannunik uit Cambrai, in Parijs een theologisch college op. Later uitgegroeid tot de huidige Université de Paris. In de wandeling nog steeds de Sorbonne, al draagt alleen het hoofdgebouw  in het Quartier Latin die naam. Na de studentenonlusten in mei 1968 is de Sorbonne opgedeeld in 13 verschillende universiteiten met in totaal zo'n 340.000 studenten, waarvan een flink deel buitenlanders.

Onder de studenten bekende namen als schrijver Norman Mailer, de huidige paus Benedictus XVI, natuurkundige Jean-Jacques Ampère, filosoof Jean-Paul Sartre, Jaqueline Kennedy, filmer Jean-Luc Godard en de Nederlandse wijsgeer Erasmus. Zelfs hervormer Calvijn vergaarde zijn theologische kennis aan het katholieke college van Robert de Sorbon.

Labels: , , ,

1 reacties:

Op 20 december 2009 om 12:16 , Anonymous Henri Bik zei...

Leuk om de oorsprong van de Sorbonne te leren kennen.

 

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage