18 april 2008

Reis

Een reis naar geliefden en oude vrienden in NL kost per vlieger een fractie van de autoreis die twee maal per jaar op de kalender staat. De voiture is dan nodig om alle presentjes voor nageslacht te transporteren. Aangevuld met proefflessen voor een dégustation bij een bevriende restaurateur en nog wat typische versnaperingen uit onze streek. De voorjaarsreis een tocht terug in de tijd. Fruitbomen hier al uitgebloeid, voorbij Clermont nog zichtbare bloesem en een tankbeurt later in zompig België vallen ze niet eens op tussen het grijs van bladloos geboomte.

Onderweg geen autoroute. Frankrijk is te schoon en afwisselend om met 130 te consumeren. Verrassend hoeveel routes er zijn tussen hier en daar, langs culinaire herinneringen aan vorige strooptochten. Het restaurant in Tonnerre waar we moesten overleven terwijl de garagist een koppakking verving. Het klassieke hotel in Langres, waar diezelfde auto voor een paar francs meer door de eigenaar ergens op een geheime plek werd geparkeerd. En keurig de volgende ochtend weer voor het trapje was teruggevonden. De lang vergeten smaak van een oeuf meurette in een Bourgondisch eethuisje, tussen routiers en ouvriers. Prachtige Vlaamse frieten net voorbij de taalgrens, of een Brusselse wafel uit een overladen vitrine bij de patisserie in Bastogne.

Boeiend ook hoe het landschap door de voorruit net zo verandert als het gedrag van de localen. Vooral de manier waarop het verkeer zich in 1100 kilometer aanpast aan de driften van de landsaard. Het Franse zuiden neemt het niet zo nauw met regels en borden. Hoge snelheden, motoren links en rechts, parkeren waar het maar kan of liever nog waar niet. In het noorden, waar zelfs de natuur aangeharkt lijkt, gaat alles trager en keurig. Veel oudere mannen met petten in Renault viertjes houden de gemiddelde snelheid aardig op.
Voorbij Bouillon, het mag ook Arlon of Mons zijn, lijken de wegen sinds Clovis niet meer hersteld of aangeveegd. Behalve dan op een stukje waar Ets. Debruyckere met een bord meldt dat de bermen in februari zijn leeggeprikt, met het verzoek dat zo te houden. Rommelig is de beste omschrijving van de Belgische chauffeur, vaak onvoorspelbaar en met wegwijzers onbekend lijkt het wel.

Dan NL. Nog maar net de grens voorbij, of het asfalt is vol en het gejakker begint. De drukte maakt het onmogelijk een snelheidsovertreding te begaan en toch lijkt dat voor eeniegelijk het ultieme doel. Er wordt felle jacht gemaakt op elke bumper die in beeld verschijnt en slechts bij tankstations blijkt dat het blik is gevuld met warme, aardige en wellicht iets te gevulde warme lijven. Verzamelplaatsen voor hongerigen zijn het geworden. De stank van aardolieprodukten wordt ruimschoots overtroffen door de walm van goulashkroket en frikandel.

We voelen ons desondanks weer een beetje thuis...

Labels: , ,

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage