Mont Aiguille
In hetzelfde jaar dat Columbus Amerika ontdekte, vinden we ook de allereerste officieel erkende beklimming in de geschiedenis van het alpinisme. In juni 1492 trok Antoine de Ville, capitain van het garnizoen in Montélimar, aan het hoofd van een zeven man sterke expeditie naar de Vercors. Onder hen twee priesters, een timmerman, een steenhouwer en een escalleur du roi, iemand die kennelijk af en toe met een ladder zijn vorst hogerop moest helpen. Doel was de top van de Mont Aiguille (2085 meter) in de Vercors, 42 kilometer ten zuiden van Grenoble.
De Ville kreeg zijn opdracht van koning Charles VIII, die onder de indruk was van deze vreemde
berg, waarvan iedereen toen dacht dat ’t een onoverkomelijke hindernis zou zijn. Op 28 juni werd de buitengewone prestatie voor de eeuwigheid notarieel vastgelegd door locale deurwaarder Yves Lévy, die vanwege zijn hoogtevrees aan de voet van de reus mocht wachten op een signaal van boven. Op de platte top trof men een groot weiland aan, waarvoor "wel 40 man nodig waren om het gras te maaien", meldt het verslag.
Het gezelschap bleef een paar dagen boven, bouwde een schuilplaats van opgestapelde stenen en timmerde drie kruizen. Alles werd door de priesters voorzien van een passende mis en ook de naamgeving Agulle Fort werd met de zegen van nog hoger bekrachtigd.
De top van de Mont Aiguille werd op 27 augustus 1957 weer nieuws toen bergpiloot Henri Giraud met een Piper J3 er een geslaagde landing uitvoerde (zie filmpje). Hij had met hulp uit het dal eerst een startbaan van 90 meter aangelegd. Drie jaar later deed hij het nog eens over met een landing in de sneeuw.
Labels: 1492, Antoine de Ville, Charles VIII, Henri Giraud, Vercors
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage