Paaps
Avignon en de paus, een relatie die nog steeds hele volksstammen van verre bestemmingen naar de oever van de Rhône voert. Toch is het dit jaar 700 jaar geleden dat de kerkbazen een tijdje in de hoofdstad van de graven van de Provence gingen logeren. Overigens lang genoeg om een paar bovenmaatse onderkomens te laten bouwen. Altijd goed voor de locale economie, al is het handwerk in die tijd waarschijnlijk voornamelijk uitgevoerd door lijfeigenen van monsieur le comte, een meer dan trouwe vazal van de Kerk.
Aan het eind van de dertiende eeuw was het rond Rome tamelijk onveilig door dikke bonje tussen welfen en ghibelijnen. Van oorsprong twee Duitse kampen van adellijke heerschappen, die hun onmin hadden meegenomen naar de tweede woning in Italië. Toen de Romeinse kardinalen in 1309 de bisschop van Bordeaux Bertrand de Goth tot paus Clemens V kozen, hield deze het in Rome snel voor gezien en verhuisde met de hele boedel en voltallige aanhang naar Avignon. De Franse koning Philippe IV stak daarbij een handje toe, hoewel niet uit al te edele motieven. Filips de Schone, zoals hij in NL bekend is, wilde namelijk de macht van de Kerk maar al te graag breken. In de jaren dat de gelovigen vanaf de rots boven de Rhône werden bestuurd is het aanzien van paus en personeel dan ook fors gedaald.
Het pauselijk intermezzo buiten Rome duurde 68 jaar. Clemens V stierf al 5 jaar na zijn benoeming en zijn acht opvolgers bouwden het immense Palais des Papes om toch de schijn van macht letterlijk overeind te houden.
Labels: avignon, Clemens V, Ghibelijnen, Palais des Papes, Provence, Welfen
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage