26 oktober 2009

Fnac



De meeste warenhuizen, ook in Frankrijk, hebben een tamelijk saaie geschiedenis. Een kleine winkel op de hoek groeit door puik ondernemerschap uit tot de grootste in dorp of stad. Een tweede filiaal komt al snel en de rest is voorspelbaar. Zo niet de grootste keten van boekhandels annex muziek en elektronische hebbedingetjes Fnac. Voluit Fédération Nationale d'Achat des Cadres, voortgekomen uit een linkse vakbond die in 1954 haar leden met korting huishoudelijke apparaten, textiel- en sportartikelen leverde. Toen nog als verzendhuis, drie jaar later opende Fnac in Parijs voorzichtig een eerste winkel.

Oprichters waren de militante marxistische vakbondsleiders André Essel en Max Théret. De laatste is zelfs enige tijd lijfwacht geweest van de Russische revolutionair Trotzky. Met het succes van de Fnac-formule haalden de marxisten, na opening in ’69 van een tweede winkel op de chique Avenue Wagram, onverwachte financiers als bankier Paribas en verzekeraar UAP binnen.
Daarna ging het snel. Fnac heeft nu 78 grote winkels in 56 Franse steden en 65 verkooppunten in Spanje, België, Portugal, Zwitserland, Italië, Griekenland en buiten Europa in Brazilië en Taiwan. Veel van de verkopen vinden in Frankrijk plaats via de site marchand www.fnac.com. De keten hoort inmiddels bij de absolute boekhandelstop en reikt sinds 2000 jaarlijks de literaire Prix du Roman Fnac uit.

De vakbond is inmiddels buiten beeld geraakt en Fnac maakt nu deel uit van Pinault Printemps Redoute (PPR), waar onder andere ook de Gucci-groep bijhoort. De omzet zal dit jaar waarschijnlijk boven de vijf miljard euro liggen.
De marxisten André en Max, die hun coöperatieve opzet langzaam zagen veranderen in een symbool van kapitalistisch succes, zullen dit niet hebben voorzien. Begin tachtiger jaren hielden beiden het dan ook voor gezien.

Labels: , , , ,

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage