7 juni 2009

Toppers

Vandaag is in de meeste landen van de Europese Unie gestemd om het Europees Parlement te voorzien van nieuw elan. Dat gebeurde al voor de twaalfde keer, al schijnt geen mens zich de eerste in 1979 nog te herinneren. Toch werden toen al 410 zetels onder de toenmalige negen landen verdeeld. Die eerste rechtstreekse verkiezing (tot dan werden de Europese afgevaardigden door de nationale parlementen benoemd) werd een overwinning voor de sociaal-democraten. Desondanks kozen de nieuwe leden de Franse liberale politica Simone Veil tot hun voorzitter. En met een opkomst van 63% was eigenlijk iedereen best tevreden.

Europa leek aan het eind van de koude oorlog een serieus alternatief voor de verstarde internationale verhoudingen. Dus togen in '79 nogal wat Franse politieke zwaargewichten naar de Brusselse en Straatsburgse vergaderzalen. Op de lijst van élus oude rotten als Edgar Faure, Jean Lecanuet, François Mitterand, Pierre Messmer, Michel Debré en gestaalde communistenleider Georges Marchais. Maar ook 'talenten' die het later ver zouden schoppen: Jacques Chirac (president), Christian Poncelet (senaatsvoorzitter), Jacques Delors (voorzitter Europese Commissie), Pierre Mauroy (premier) en Edith Cresson (premier). Wat je noemt 'toppers'. Er zouden mooie tijden aanbreken, een groot en eensgezind Europa gloorde aan de einder.

Dertig jaar later boeken 27 EU-landen een nieuw laagterecord: opkomst slechts 43%. De meeste stembussen leveren een resultaat waarmee vooral de eigen regering werd neergesabeld. Op de lijst in ons deel van Frankrijk is de enige 'topper' de bejaarde ultrarechtse Front National-baas Jean-Marie Le Pen.
Europa lijkt in de achtertuinen en de banlieus verder weg dan ooit.

Labels: , ,

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage