30 juli 2011

Uitrusten

Je zult in de Nederlandse pers niet snel lezen op welke camping Rutte zijn reces doorbrengt of waar Piet Hein Donner na een slopende dagetappe zijn rijwiel in de hotelkamer stalt. Uitzondering natuurlijk de gewraakte leider van de PVV die dagelijks van zijn Griekse vakantieadres twittert dat hij nergens mee te maken heeft.
Benieuwd overigens hoelang Athene hem nog gedoogt, nu hij luidkeels roept dat zijn tijdelijke gastheren uit de EU moeten worden verwijderd.

In Frankrijk is het vrijwel dagelijkse kost. Nu de politiek een week of zes de boel de boel laat, spoedt het journaille zich derwaarts om te berichten over het buikje van mevrouw Sarkozy op Cap Nègre (Var).

Nicolas zelf leest er Georges Simenon en zijn gedoodverfde linkse opvolger François Hollande doet echt heel gewoon op vakantie, beweert hij zelf. Details daarover ontbreken nog. Concurrente Martine Aubry is al in Bretagne gesignaleerd, ook met een boek. Ségolène Royal probeert op Corsica ‘echte Fransen’ te ontmoeten en het Front National weet haar voorvrouw Marine Le Pen veilig met de voetjes in de Golf van Morbihan.

De woordvoerder van het Elysée heeft overigens officieel verklaard dat de regering geen vakantie heeft, maar uitrust.
Premier Fillon doet dat in Toscane, zijn ecologische collega Nathalie Kosciusko-Morizet vangt tussendoor garnalen aan de Normandische kust, Xavier Bertrand (Gezondheid) toert met een scooter ook al op Corsica en Laurent Wauquiez (Hoger Onderwijs) is teruggevonden in België met zijn geliefde stripboek.


Frankrijk kan rustig gaan slapen.

Labels: , , , , , ,

28 juli 2011

Kastell-Geron

Weinig dorpen in Frankrijk kunnen bogen op een duizendjarige historie, die bovendien nog uitvoerig gedocumenteerd is. Daarom alleen al is het Bretonse Chateaugiron, een kwartiertje van Rennes, een bezoek waard.  Juist op die plek timmerde de Normandische edelman Anquetil in 1008 een houten versterking, nadat hij van de Bretonse hertog Alain III er een lapje grond had gekregen als dank voor bewezen diensten. De oudste zoon Geron bouwde de eerste stenen muren en vanaf die tijd ging de boel door het leven als Kastell-Geron, zoals de Bretonnen het nog steeds noemen.

Het machtige en gave kasteel dat nu de omgeving beheerst, werd pas in de 15e eeuw opgeleverd en prijkt met middeleeuwse grandeur in één van de werken van de Bretonse tijdgenoot Pierre Le Baud. Beroemd geschiedschrijver die oog had voor mooie dingen, zoals uit de illustratie van het kasteel (rechts) blijkt.  Maar ook voor mooie vrouwen. Lees zijn beschrijving van de weelderige Hélène de Laval, die in dezelfde tijd als bedgenote van baron Jean de Derval kasteelvrouwe was.  Helaas moeten we het met zijn manuscripten doen, want een afbeelding heeft de tand des tijds kennelijk niet doorstaan.

Het kasteel met zes torens, ophaalbrug, looppad langs de kantelen en de kapel van de Dervalletjes is de moeite waard.
Dat geldt zeker voor de aanpalende creperie.
En vergeet niet de Bretonse cidre!

Labels: , , , , , ,

26 juli 2011

Samedi noir

Zaterdag 30 juli, de eerste samedi noir van 2011. Een week later de tweede, meer komen er ook niet. Fransen houden het lekker exclusief. Het lijkt voor de meesten ook gewoon een aardig tijdverdrijf. Anders sluit je toch niet zo maar aan bij gemiddeld 500 km andere gestoorden. Misschien bestaat er wel een geheim verbond. Met een druppel bloed uit de rechtervoet, dat symbool voor hard en ruig, hebben ze een concordaat gesloten. Om één keer per jaar, voorzien van de benodigde liters heilige vloeistof, elkaar te treffen op eindeloze vlakten asfalt met een oppervlaktetemperatuur van minimaal 50 graden. En daar een aantal uren in opperste staat door te brengen. Erbij horen. Straks bij de rentrée kunnen bogen op de langste file, dat moet het doel zijn.

De komende dagen ronken ook krantenredacties op volle toeren. Prognoses over waar het mis zal gaan, hoe laat Parijs los gaat, hoeveel Bataven met gevulde trekhaak de gemiddelde snelheid op de autoroute zullen frustreren en waar uiteindelijk de langste file zal staan. En vooral, wordt het vette record uit 2007 eindelijk gebroken? Op 4 augustus om 12.30 uur stond de teller toen op 842 kilometer. Zeg maar de hele autoroute van Parijs tot Toulon vol. Dat moet toch beter kunnen...

De Franse wegenverkeersdienst heet Centre National d'Information Routière . Sta je toch een beetje deftiger in de rij met zo'n club achter je. Voor zaterdag hebben ze weer voldoende drama voorspeld. Het weer werkt ook mee, in het zuiden stijgt het kwik na dagen Nederlandse temperatuur gelukkig weer boven de dertig. Onbetwist hoogtepunt is elke keer de péage. Welke rij kies je, loopt het niet warm voor onder de kap en hoe houdt het jongvolk zich op de volgepropte achterbank. Kortom, het genot kan niet op. Omkeren mag niet, je moet doorgaan, doorgaan.

Bij elke afslag weer een moeilijk moment. Eraf is een keuze. Toch maar niet. Alle auto's om je heen zijn tenslotte al bijna 150 kilometer heel vertrouwd. Vooral die Duitse bus, waar ze blikjes bier met Rheinheitsgebot uit het raam aangeven. In ruil krijgen ze vette Franse saucisson. Gelukkig allebei van Lidl. De Europese gedachte leeft wel degelijk op dit tabernakel van de oliegiganten.

En zeg nu zelf, wat zoek je op zo'n stille Départementale.
Behoefte aan een middagje masochisme? Het hooglied van de bouchon wordt zaterdag vooral gezongen op de A7 in het Rhônedal tussen Valence en Orange, de A9 vanaf Montpellier naar Spanje en de A10 van Parijs naar Bordeaux. Wacht niet te lang, rond een uur of 11 moet je je plek wel gevonden hebben om echt mee te shaken.
Zo niet, volgend jaar weer nieuwe kansen!

Labels: , , , , , ,

23 juli 2011

Carrefour

Gisteren mocht Spanjaard Samuel Sanchez zich hullen in de prestigieuze bollentrui als beste klimmer in de Tour de France. Gesponsord door Carrefour. De grootste kruidenier van Europa, nummer twee van de wereld (472.000 medewerkers in 33 landen). Koop een pakje boter in Frankrijk en grote kans dat Carrefour er aan verdient. Met 4421vestigingen kun je er niet omheen. Natuurlijk supers en hypers van Carrefour en Champion. Maar pas op, ook de discount Dia, dichtbijwinkels Shopi, 8 à Huit, Marché Plus en Proxi en de Sherpa's in skidorpen. Plus groothandel Promocash voor de horeca en twee internetsites voor levering aan huis.

Marcel Fournier (op foto rechts) runt in 1959 in Annecy een grand magasin, ontstaan uit een winkeltje in garen- en band en sinds 1822 in de familie. Na een bezoek aan een broer in de VS weet Marcel het: de supermarket moet naar Frankrijk. Samen met de jonge kruidenier Denis Defforey (links) uit Lagnieu opent hij de eerste supermarché op een kruispunt (carrefour) in het centrum van Annecy. De naam ligt voor de hand.

Geschenkjes voor de eerste klanten en de tam-tam zorgen voor grote toeloop. Ook het tankstation op de parking levert een boel publiciteit, een formule die nooit meer is gewijzigd. Begin '63 volgt de tweede in Annecy, even later start het duo de eerste hypermarché in Ste.Geneviève-des-Bois bij Parijs. Ruim 5000 klanten op de eerste zaterdag kijken de ogen uit in 2500 m2 zelfbediening. Behalve eetbaar ook andere waar, van onderbroeken tot wasmachines. Marcel Fournier krijgt de bijnaam L'Hyperman.

Carrefour explodeert. Drie jaar later al 10.000 m2, 50 kassa's en 2500 winkelwagentjes in Vénissieux bij Lyon. Vitrolles volgt met 18.000 m2 en in 1972 de tot nu grootste in heel Europa bij Toulouse op 23.000 m2. Marcel en Denis brengen de winkel naar de beurs en het bedrijf krijgt nieuw management. Een golf overnames volgt: Montlaur, Euromarché, Mammouth, Coop en Continent verdwijnen in het mandje van Carrefour.

Vanaf 1969 is het buitenland aan de beurt. Eerst voorzichtig, maar na een grote klapper in Spanje gaat 't hard. Om een paar grote te noemen: Brazilië ('75), Argentinië ('82), China ('89), Italië ('93), Mexico ('94), Hongkong ('95), Z-Korea ('96) en Indonesië ('97). Begin deze eeuw is Japan aan de beurt, een jaar later alle GB-supermarkten in België en in '02 de Zwitserse Jumbo's. Al jarenlang aast Carrefour ook op Appie Hein, maar in Zaandam proberen ze zelf te overleven.

€ 90 miljard omzet omzet in 2010, waarvan ongeveer 40% in het thuisland. Nu nog de grootste worden in Frankrijk, want hier is Leclerc nog steeds marktleider.
Toch een smetje op het kruispunt...

Labels: , , , , , ,

18 juli 2011

Uitdijen

Een jaar of vijftig geleden woonden er pakweg 120 mensen in het kleine dorpje Magny-le-Hongre (Seine-et-Marne). Midden in de Brie, de geboortegrond van één der mooiste kazen van la Patrie. Een handvol huizen, leunend tegen de kerk uit de 11e eeuw. Genoemd naar de heilige Geneviève, net als de bron in de buurt die eeuwenlang voor locale wondertjes zorgde.

De naam Magny heeft iets met het Latijnse mansionile, wat gewoon huis betekent. Begin 15e eeuw komt de bedoening in handen van Jacques le Hongre, stalmeester bij koning Charles VI. Maar zoals vaak is het niet zeker of deze seigneur echt zo heette of dat hij de naam aannam van de plek waar hij woonde. Want al 150 jaar eerder staat Menniaco dictite Hungre op de kaart.

In het oude hart van Magny nog vertrouwde namen die je in veel dorpen tegenkomt. Natuurlijk de Grande Rue, maar ook de Rue des Glaneuses, ter ere van de dorpsvrouwen die aren van het veld raapten. Eeuwenlang ook vastgelegd door schilders in afwachting van de fotograaf. Toen die er langskwam waren de glaneuses er niet meer.

Maar de tijd heeft ook Magny ingehaald. Waren er in 1999 nog 1800 hongrémaniens, nu staat het dorp op plaats één van de snelst groeiende Franse gemeenten en haalt de kranten. In ruim tien jaar een bevolkingstoename van bijna 200% tot 5500, inclusief de aanleg van twee grote golfterreinen en de bouw van vijf gigantische hotels met honderden bedden. Dat alles door de geest van Walt Disney, die waart over de zone d'activités Val d’Europe. Zo'n naam, dat is pas groot denken.

Disneyland Paris dijt uit en de hele omgeving wordt deel van de wereld van Donald Duck en Mickey Mouse.
Magny-le-Hongre dijt mee tot 40.000 inwoners en de burgemeester heeft ongetwijfeld het lint al klaar om de eerste McDonalds te openen.

Zodat ook de nieuwe inwoners kunnen uitdijen…

Labels: , , , ,

16 juli 2011

Luisterrijk

Romeinen waren meesters in het uitzoeken van luisterrijke plekjes om zich te vestigen. Monumenten zijn er het beste bewijs van. Steden en dorpen met een Romeinse historie liggen in heel Europa op A-locaties. Voorbeeld Uzès, het meest Britse plaatsje in heel Frankrijk. Waar de middenstand massaal en vrijwel continue op Engelse les zit. Wie een Fransman wel eens Engels heeft horen praten begrijpt waarom. Andersom is het vaak nog erger, maar dat terzijde.

De bron Eure was de voornaamste reden voor de Romeinen om rond het jaar 50 vlakbij op een heuvel het oppidum Ucetia te bouwen. Vandaaruit hebben ze het ruim 50 kilometer lange aquaduct aangelegd dat via de Pont du Gard de stad Nîmes van water moest voorzien. Daar is nog steeds bovenstaand verdeelpunt te zien, het Castellum Divisiorum.

Nadat Rome het godenteam van Jupiter had afgezworen werd Uzès in 419 een machtig bisdom, dat een heilige leverde plus een paus. Die eer viel te beurt aan Guillaume de Grimoard, afkomstig uit een dorp bij Mende en rond 1350 enige tijd hulpbisschop in Uzès. Twaalf jaar later werd hij paus Urbanus V. Overigens voerden de eerste pausen gewoon hun eigen (doop)naam. Dat veranderde in 533 met Johannes II, die eigenlijk Mercurius heette naar de oude heidense god. Vandaar...

De macht van het bisdom was niet gering en de bisschoppen hadden grote invloed in Rome. Dat heeft geduurd tot het revolutiejaar 1792, toen ook in deze streken het volk een einde maakte aan kerkelijk bestuur. Wat rest is de kathedraal.

Bisschop en kasteelheer leefden niet altijd vreedzaam naast elkaar. De kronieken staan bol van conflicten en processen. Maar soms waren familielijnen wel heel close. Zoals in 1150, toen zoon Raymond bisschop werd en papa Raymond baas was over het dorp. Of bisschop André de Rédol, in 1315 neefje van burggraaf Raymond.

De heren van Uzès, later burggraven en hertogen, zijn altijd trouwe aanhangers geweest van het Franse hof. In oorlogen en conflicten steunden zij vanaf 1080, vestigingsjaar van de  seigneurie , de koning door dik en dun. Daarvoor kreeg in 1632 hertog Emmanuel I de Crussol het label  Premier Pair héréditaire de France (rechts). In de adellijke ranglijst betekende dat niet minder dan de hoogste plek na de koning en eventuele prinsen. Maar ook dat was na 1792 snel over.

Labels: , , ,

12 juli 2011

Oernederlands

Een snoeihete dag, tijd voor overpeinzing in de schaduw van een oude notenboom. Hoor wie klopt daar kinderen komt bovendrijven. Een oernederlands begin van een kinderversje. 't Is een vreemdeling zeker, ga maar even kijken wie daar is. De grijsaard voor de deur wordt warm onthaald. Koek en warme chocolademelk worden met de buitenlander gedeeld. Bij zijn vertrek wordt met weemoed afscheid genomen. Met traantjes in de ogen roepen de kleintjes of hij volgend jaar weer terug wil komen.

Als Nederlander ben je in Frankrijk een étranger, een vreemdeling. De oernederlandse Dikke van Dale is helder: een buitenlandse man of vrouw, niet meer, niet minder. Een warm lijf dus, net als ik. Iemand die ergens vreemd is. Een mens met liefde, verdriet, zorgen, vreugde. Alles wat menselijk is.
Geen zeldzame diersoort, bedreigd plantje of kwetsbaar natuurgebied. Daarvoor bestaat in Nederland beleid. Om te beschermen, niet om er vanaf te komen.
In Den Haag is sinds enige tijd vreemdelingenbeleid juist niet bedoeld om te beschermen. Bij herhaling onderstreept door de nieuwste lichting oernederlandse zogenoemde politici.

Mijn moeder was een oernederlandse en heeft me altijd gezegd nooit mee te gaan met vreemde meneren. Ik wist heel lang niet wie ze daarmee bedoelde. Zeker niet Sinterklaas, want die kreeg bij ons elk jaar zijn feestelijk onthaal. Ook niet buurman uit Indonesië, die zulke lekkere koekjes bakte.

Pas nu ze er niet meer is, begrijp ik wie ze toen bedoelde ....

Labels: , , , , ,

10 juli 2011

Hermitage

Onderweg naar het zuiden? Neem voorbij Vienne op de A7 de afslag naar Condrieu. Scheelt je péage en je bent direct in één der oudste wijngebieden van het Rhônedal. Ook wel de ' hoge' Rhône genoemd. Strekt zich uit op de graniethellingen vlak langs de rivier tot aan Valence. Blijf de N86 volgen, dan kom je op de westoever achtereenvolgens door de appellations Côte Rôtie, Chateau Grillet, Condrieu, de wat grotere Saint Joseph, Cornas en Saint Peray.

Het neusje van de zalm ligt echter tegenover het altijd drukke stadje Tournon (voor een puike boeuf-bourguignon even afstappen in Le Château) op de andere oever rond Tain-l'Hermitage. Met een loopbrug te bereiken. Twee appellations: de betaalbare Crozes Hermitage en de absolute topwijn van de Hermitage. Kenmerk van het hele gebied is de syrah druif, die het karakter van deze ietwat prijzige maar prachtige rode wijnen bepaalt.
Syrah is de laatste jaren in de mode. Romeinen kenden echter al de bijzondere kwaliteit van de vrij kleine druiven. Donkere, fruitige en tanninerijke wijnen die flink oud kunnen worden. Resultaat: een stevig, harmonisch glas wijn. De vigneron gebruikt 100% syrah, alleen de Côte Rôtie krijgt een huwelijk met 20% viognier. Wordt echter steeds minder gedaan. Die laatste druif staat wel  op het etiket van de witte Condrieu met als resultaat een prachtig geparfumeerd glas voor een stevig visgerecht. Daar gaat viognier ook in de vendange tardive, de zoete dessertwijn van overrijpe druiven.

Op de oostelijke oever ligt dus in een bocht van de Rhône de Hermitage. Op de zonnige zuidhelling van een opvallende bult van 134 ha zorgt de syrah elk jaar weer voor een wondertje. Een dichte, houdbare cru van grote klasse. Grote namen als Chapoutier en Jaboulet staan garant voor wereldwijnen, die ook wereldwijd geëxporteerd worden.
Met als gevolg wereldprijzen, tussen 30 en 80 euro de fles. Betaalbaarder is de Crozes Hermitage die wordt geoogst in het vlakke terrein rond de heuvel.

Wil je toch wat inladen, ga dan in Tournon de Rhône over naar Tain. De bordjes brengen je probleemloos naar de Cave de Tain , waar je al deze mooie wijnen kunt proeven.

En voor de uitgespaarde péage een flesje of wat mee naar huis!

Labels: , , ,

7 juli 2011

Ondergronds

Elke dag maken 3 miljoen mensen gebruik van het idee dat de Bretonse ingenieur Fulgence Bienvenüe in 1898 na 3 jaar studie mocht gaan uitvoeren. Hij werd als kolonel van een genieregiment vrijgemaakt voor een historisch project en ging ondergronds. Op 18 juli 1900 werd de eerste Parijse metrolijn geopend en als beloning mocht hij Officier de la Légion d’Honneur op zijn vistekaartje zetten. Maar voor de Père du métro parisien begon het werk toen pas echt.

In 35 jaar zou Fulgence Bienvenüe de Franse hoofdstad voorzien van een pefect werkende ondergrondse, de Metropolitain. Maar op 2 augustus 1914 klopte zijn militaire hart als vanouds en besloot hij, op 62-jarige leeftijd, zich alsnog te melden voor de strijd tegen de oude Duitse vijand. De stad Parijs kon de legerleiding er echter van overtuigen dat  het nuttiger was wanneer Bienvenüe zijn metro zou afmaken.

In 1926 kreeg hij uit handen van maarschalk Foch het Grand Croix de la Légion d’Honneur. Desondanks is zijn naam bij weinig Fransen bekend.
Een oorzaak zou zijn de aversie die met name de Parijse pers had tegen de gigantische werkzaamheden bij de aanleg van de metro. Toch besloot de gemeenteraad van Parijs in 1933, een jaar na zijn pensionering als 80-jarige, het metrostation bij de Place du Maine te voorzien van het bord Montparnasse-Bienvenüe en het plein zelf ook te herdopen.

Drie jaar later ging Fulgence Bienvenüe zelf ondergronds op begraafplaats Père-Lachaise. Ook dan vrijwel onopgemerkt, overschaduwd door de begrafenis van populaire luchtheld Louis Bleriot.

Labels: , , ,

5 juli 2011

Jacques Cœur

Jacques Cœur op een biljet van 50 francs uit 1941
Ook Franse historie is vooral opgetekend rond vorsten met hun koninklijke gades en burgerlijke bijvrouwen, mislukte en succesvolle legeraanvoerders en een stoet aan abten met hier en daar een paus. Toch hebben in hun schaduw velen een rol van betekenis gespeeld. Zoals Jacques CœurZoon van een rijke bonthandelaar in Bourges, die naar Damascus gaat om handel te drijven. Hij bouwt in korte tijd een imperium op met een enorme handelsvloot. Partners in de Levant, Italië en Spanje en kantoren in de grote Franse steden en het Vlaamse Brugge. Schepen op de bekende routes en commerciële contacten reiken tot alle Arabische havens.

In 1432 verhuist zijn hoofdkwartier naar Montpellier, waar hij de handel op de Méditerranée regisseert. Een majestueus paleis (links) verrijst in zijn geboorteplaats. De duurste bezittingen worden gekocht en hij is baas in een dertigtal seigneuries. Cœur bankiert, heeft mijnen, verdient schatten met wisselkantoren en wordt één der rijkste mannen van Europa.

Door zijn huwelijk met de dochter van de muntmeester in Bourges raakt hij verzeild aan het hof van Charles VII. En later als intieme vriend zelfs in de slaapkamer van de beeldschone Agnès Sorel, de favoriete minnares van de koning en uitvindster van het décolleté.
Haar bescherming legt hem geen windeieren. Hij krijgt een adellijke titel en leent zelfs geld aan Charles VII. In ruil daarvoor wordt hij benoemd tot grand argentier, een soort minister van financiën en muntmeester tegelijk. Met nog wat andere taakjes, waaronder de lucratieve inspectie van de zoutbelasting, is hij vrijwel de machtigste man in het koninkrijk.

Zoveel macht en rijkdom brengt jaloezie en vijanden. Niet de minste is Charles VII zelf. Het sprookje heeft dus een voorspelbaar einde wanneer de pas 28-jarige Agnes Sorel (rechts) in 1450 op haar kasteel in Rouen voor de laatste keer adem haalt. Naar later blijkt vergiftigd door nicht Antoinette de Maignelais, die prompt de vrijgekomen plek in het koninklijk bed bezet. Maar dat terzijde.

Charles schopt de vriendenschaar van Agnes de deur uit en Jacques Cœur verhuist wegens vermeende misdaden naar de gevangenis van Poitiers. Alle bezittingen worden geconfisceerd. In 1454 weet hij te ontvluchten en belandt bij bevriende paus Nicolaas V die hem aan een baantje helpt. Hij krijgt het bevel over een kleine vloot die tegen de Turken moet uitvaren, maar Jacques haalt net het Griekse eiland Chios. Daar wordt hij ziek en sterft kort daarna.

Hoewel vrijwel vergeten, is de lijfspreuk van Jacques Cœur nog steeds een Frans gezegde.
A coeur vaillant, rien d'impossible.

Labels: , , , , ,

2 juli 2011

Graaiwerk

Het gaat natuurlijk niet om die 15 miljoen mensen die de komende drie weken urenlang in Franse bermen bivakkeren. Wachtend op een uurtje reclamekaravaan. 160 vehikels in de meeste bizarre uitvoeringen. Voor vier plekken in de optocht betaalt een sponsor 37.000 euro, plus natuurlijk de kosten om auto's en personeel aan de gang te houden.
Zoals worstenboer Cochonou, die vandaag weer met 400.000 zakjes saucisson op pad gaat. Doet dat al jaren, heeft een naamsbekendheid van 95% en elke zomer een navenante omzetstijging.

Tientallen merken storten hun promo’s uit over de verhitte koppen, de welkome watertjes dus veruit favoriet. Maar alles wordt in dank aanvaard, van papieren petjes tot sleutelhangers en de populaire opblaaasbare applausstangen. Soms met gevaar voor eigen leven voor de wielen weggegist.
Na het passeren van de renners (dat duurt slechts een paar minuten) gaat de meute beladen met triviale ongein tevreden huiswaarts. Overigens komt 40% alleen voor de spiegeltjes en kraaltjes en niet voor het fietsen.

Toch is dat betere graaiwerk voor de Tour slechts kruimelwerk. Het echte geld vangt de organiserende marketingmachine ASO voor de televisierechten. Naar schatting wordt de koers dagelijks door 80 miljoen kijkers live gevolgd op één van de 180 televisiestations ergens op de aardbol. Daarom trekt elke ritwinnaar op de streep het truitje nog even dicht en wijst op de naam van de sponsor.

Voor al die gratis reclamezendtijd staan de grote merken in de rij. Hoe meer je betaalt, hoe groter je logo in beeld. Voor 3,5 tot 5 miljoen euro zitten dit jaar bank Le Crédit Lyonnais, Vittel watertjes, grootgrutter Carrefour en Skoda op de eerste rij.

Andere geldbrengers zijn Antargaz, telecomgigant Orange, klokkenmaker Festina en de nationale gokshop PMU.

In  2012 mag ook Le Coq Sportif bij de prominenten aanschuiven. 60 jaar geleden was het sportkledingmerk voor het eerst in koers. Waarschijnlijk toen voor een schijntje.
Later sierde de haan in het logo de gele trui, zoals hier bij de laatste Nederlandse winnaar Joop Zoetemelk in 1980.

Labels: , , , ,