Olympisch jatten
L'important dans la vie ce n'est point le triomphe, mais le combat, l'essentiel ce n'est pas d'avoir vaincu mais de s'être bien battu.
Het belangrijke in het leven is niet de triomf maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen maar om goed te hebben gestreden.
Een iets te lange zin om lekker te bekken. En dus is de zogenaamde lijfspreuk van Pierre baron de Coubertin, oprichter van de moderne Olympische Spelen, gepopulariseerd tot: Deelnemen is belangrijker dan overwinnen.
De in Parijs geboren historicus en pedagoog is er beroemd mee geworden. Veel meer dan met zijn versregels 'Ode aan de sport' (in het Frans èn Duits), waarmee hij onder het pseudoniem
G. Hohrod en M. Eschbach op de Spelen van 1912 de eerste gouden plak won op het onderdeel … literatuur.
Zodra jouw roep weerklinkt,
verheft het lichaam zich in zaligheid.
Kunstwedstrijden in architectuur, beeldhouwen, literatuur en schilderkunst stonden tot 1948 op het Olympisch programma, maar hebben het tv-tijdperk nooit gehaald. Pas in 1919 onthulde De Coubertin, kleinzoon van één van de vertrouwelingen van Napoleon, dat hijzelf de auteur was. De pseudo’s waren ontleend aan dorpjes in de Alsace in de buurt van zijn schoonouders.
Overigens zou zijn beroemde uitspraak over het deelnemen helemaal niet door hem zelf bedacht zijn. De gevleugelde tekst wordt toegeschreven aan de bisschop van Pennsylvania en moet door De Coubertin in 1908 zijn opgepikt.
Misschien moet zijn motto luiden: Beter goed gejat, dan slecht bedacht…
Labels: Olympische Spelen, Pierre de Coubertin