Restaurant
Voor het beste restaurant ter wereld kun je niet in Frankrijk terecht. En dat is voor de culinaire top van Marianne voor de zoveelste keer slikken. Want sinds 2002, het jaar waarin het Britse magazine Restaurant begon met het publiceren van de wereld top 50, heeft geen enkele Franse chef de eerste plek bezet. Terwijl het toch allemaal ooit hier begonnen is, vinden ze zelf.

Zo'n lijst is natuurlijk uitermate twijfelachtig. Hoe kun je een bistro in Rio de Janeiro vergelijken met een toptent in het noorden van Baluchistan? Wat is het verschil tussen een vers gevangen kreeft op Jamaica en de witte truffels van Toscane? En wat moet je met lieden als Joël Robuchon (een doodvervelend kooktype van de Franse tv) die vijf restaurants runt of met Gordon Ramsay, die ondanks zijn hoge zuurgraad binnenkort zijn 18e tent opent, in Versailles notabene.
Alles moet groter, wilder, spectaculairder en vooral duurder. In NL nog eens zwaar aangezet door tv-programma's waarvoor jonge mensen zich akelig diep in de schulden steken, terwijl het toch eigenlijk om een hap eten gaat. En dat kan goed en betaalbaar op je bord komen, zonder dat daar bladen als Restaurant of programmamakers van RTL dik aan verdienen.
De kunst is dus die adresjes te vinden en te koesteren, ze buiten bereik te houden van de opgeklopte culinaire pers en ze alleen te delen met je beste vrienden of je liefste nageslacht.


Goedkoopste menu €120, maar reken bij El Bulli op het dubbele plus 6 maanden wachtlijst.
Vanavond een voortreffelijk vismenuutje bij de aardige meisjes van La Tour de Mole in Sauve € 22. Maar hou 't geheim!
Labels: El Bulli, La Tour de Mole, Oud-Sluis, Sergio Herman, top 50