30 april 2008

Restaurant

El Bulli in Rosas

Voor het beste restaurant ter wereld kun je niet in Frankrijk terecht. En dat is voor de culinaire top van Marianne voor de zoveelste keer slikken. Want sinds 2002, het jaar waarin het Britse magazine Restaurant begon met het publiceren van de wereld top 50, heeft geen enkele Franse chef de eerste plek bezet. Terwijl het toch allemaal ooit hier begonnen is, vinden ze zelf.
Sterker nog, een grote naam als Paul Bocuse ontbreekt in de lijst van 2008 waarop nu tien Franse adresjes voorkomen. Lichtpuntje is dat op nummer drie Pierre Gagnaire zich voor het derde achtereenvolgende jaar wist te handhaven. Om te weten hoe Pierre kookt moet je naar de rue Balzac in Parijs, waar hij langoustines op vier manieren opleukt en een lam zijn laatste gang laat maken op de ouderwetse manier uit Lozère, wat dat ook moge zijn.

Zo'n lijst is natuurlijk uitermate twijfelachtig. Hoe kun je een bistro in Rio de Janeiro vergelijken met een toptent in het noorden van Baluchistan? Wat is het verschil tussen een vers gevangen kreeft op Jamaica en de witte truffels van Toscane? En wat moet je met lieden als Joël Robuchon (een doodvervelend kooktype van de Franse tv) die vijf restaurants runt of met Gordon Ramsay, die ondanks zijn hoge zuurgraad binnenkort zijn 18e tent opent, in Versailles notabene.
Alles moet groter, wilder, spectaculairder en vooral duurder. In NL nog eens zwaar aangezet door tv-programma's waarvoor jonge mensen zich akelig diep in de schulden steken, terwijl het toch eigenlijk om een hap eten gaat. En dat kan goed en betaalbaar op je bord komen, zonder dat daar bladen als Restaurant of programmamakers van RTL dik aan verdienen.

De kunst is dus die adresjes te vinden en te koesteren, ze buiten bereik te houden van de opgeklopte culinaire pers en ze alleen te delen met je beste vrienden of je liefste nageslacht.
Wil je toch opgedoft een paar honderd euro lichter gemaakt worden, trek dan naar Rosas aan de Costa Brava. Daar roert Ferran Adria samen met 42 andere koks in de potjes en flesjes van kooklaboratorium El Bulli en heeft zowat elke kookschrijver kwijlend aan z'n voeten gehad. Zoek zijn tongetje hiernaast. Moleculaire gastronomie moet het heten, al kun je je nauwelijks voorstellen welke invloed dat heeft op een mooie bal gehakt of zo'n eerlijk smeuïg spiegelei met een krokant lapje uitgebakken spek eronder.

El Bulli is voor de vierde keer de beste van de wereld. Slechts één NL-kok mocht vorige week een flesje open trekken. Restaurant Oud Sluis van Sergio Herman in het Zeeuwse Sluis werd als 42e geklasseerd en dat is ondanks alles een pluim waard. Bij Sergio natuurlijk veel uit het zilte, deze week tarbot op de graat met kreeft, goudpoeder, gesmolten spitskool en thee van kreeft...

Goedkoopste menu €120, maar reken bij El Bulli op het dubbele plus 6 maanden wachtlijst.
Vanavond een voortreffelijk vismenuutje bij de aardige meisjes van La Tour de Mole in Sauve € 22. Maar hou 't geheim!

Labels: , , , ,

29 april 2008

Dassault

Eén van de invloedrijkste families van Frankrijk is het nageslacht van Marcel Dassault, de in 1986 overleden joodse vliegtuigbouwer. Geboren als Marcel Bloch leverde hij een bijdrage aan de Franse oorlogsinspanning in Wereldoorlog 1 door het ontwerp van een nieuw type propeller. In 1917 bouwde hij daarmee zijn eerste tweezitter, waarvan het ministerie van oorlog er direct 1000 bestelde. Maar toen de eerste exemplaren gereed waren, was de oorlog inmiddels voorbij en Parijs annuleerde de order. Bloch trok zich uit pure nijd terug uit de luchtvaart en ging in onroerend goed.

Tien jaar later keerde hij terug naar zijn oude liefde en maakte zijn Société des Avions Marcel Bloch in korte tijd tot toonaangevend luchtvaartbedrijf. Dat werd echter in 1936, onder de toenemende oorlogsdreiging vanuit Duitsland, genationaliseerd en Bloch legde zich toe op de ontwikkeling van nieuwe types, die dan gebouwd werden in het staatsbedrijf. Uiteraard waren dat vooral militaire jachtvliegtuigen, bommenwerpers en verkenningstoestellen.
Na het uitbreken van Wereldoorlog 2 werd hij gearresteerd door de pro-Duitse regering van Vichy. Hij weigerde te collaboreren met de bezetter en belandde uiteindelijk in 1944 tot aan de bevrijding in het concentratiekamp Buchenwald.

In 1949 veranderde Marchel Bloch zijn familienaam in Dassault, de codenaam die broer Paul in de oorlog als verzetsnaam gebruikte. In hetzelfde jaar vloog het eerste straalvliegtuig van Dassault, de Ouragan. Vanaf dat moment leverde Dassault vrijwel alle toestellen voor de Franse luchtmacht en types als Mystère, Etendard, Mirage (waaronder in 1959 de Mirage IV bommenwerper voor de nucleaire Franse Force de Frappe). De meest recente jager is de Rafale, die met zijn karakteristieke deltavleugel ook regelmatig de pannen van ons dak af probeert te blazen. Dat krijg je wanneer je in een laagvliegroute een optrekje bewoont, maar dat terzijde.

In de burgerluchtvaart had Dassault slechts bescheiden succes met de Falcon zakenjets. Het passagiersvliegtuig Mercure uit 1971 bleek een mislukking. De winkel van Dassault werd na de dood van Marcel overgenomen door zoon Serge, die in 1995 in nauwe schoentjes moest lopen toen bekend werd dat hij miljoenen aan smeergeld had betaald aan Belgische socialisten. Dat leidde ook in Brussel tot grote commotie, het aftreden van een minister en de zelfmoord van een oud-stafchef van de luchtmacht. Drie jaar later kostte het zelfs toenmalige NAVO-baas Willy Claes de kop.

Serge Dassault zit echter nog steeds hoog te paard, is burgemeester van een Parijse voorstad, viendje van Chirac en partijgenoot van Sarkozy die hij Nicolas mag noemen. Zijn zoon is parlementslid voor dezelfde club. De winkel (omzet € 3,3 miljard in 2006) is inmiddels fors uitgebreid en er wordt, behalve met vliegtuigen, dik geld verdient met ruimtevaart, wijn, elektrische auto's en multi-media projecten, waaronder dagblad Le Figaro en weekblad l'Express.



Niet toevallig de bladen waarin de president de afgelopen weken prominent mocht laten zien hoe hard hij werkt en welke mooie dingen hij allemaal heeft bedacht. Vrienden onder elkaar, nietwaar.

Labels: , , , ,

28 april 2008

Parijs bezet

Rue de Belleville - Paris 1944

Veel discussie in Franse media over een tentoonstelling in Parijs over de jaren van de Duitse bezetting. Tussen 1940 en 1944 maakte fotograaf André Zucca opnamen van het dagelijks leven in de Franse hoofdstad. Daarvan zijn er sinds vorige maand 270 te zien in de bibliotheek van het Hôtel de Ville. Zucca was omstreden, want hij werkte voor het Duitse blad Signal dat in opdracht van nazileider en propagandaminister Goebbels in alle bezette gebieden werd uitgegeven. Daarin werd een beeld geschetst hoe goed het leven onder de Germaanse bezetting was, voorbijgaand aan de werkelijkheid van terreur, voedsel- en brandstofschaarste met lange rijen voor de winkels, jodenvervolging en deportatie van verzetsstrijders.

Op alle kleurenfoto's (zeldzaam in die tijd) is Parijs een zonnige stad met veel kinderen, goed geklede mensen in drukke winkelstraten of in de rij voor een bioscoop. Uit bijna niets blijkt dat in de stad grote aantallen soldaten aanwezig waren of het moet een marcherend muziekkorps zijn.

De expositie Les Parisiens sous l’Occupation leidt tot veel commotie. Want ondanks het hoge gehalte aan propaganda van de afbeeldingen, toont het ook een bezette stad waar veel mensen een normaal leven leiden met vrije tijd en plezier. Voor sommigen staat dat haaks op de patriottische geest die de Fransen zo graag willen uitstralen. Eén daarvan is burgemeester Bertrand Delanoë die eist dat de tentoonstelling wordt voorzien van een brochure met info over de echte bezetting. Ook wil hij meer uitleg bij de foto's, die zelf alleen een locatie vermelden. Ze zijn door Zucca niet van commentaar voorzien, zodat het soms lijkt dat Parijs de vlag uitsteekt voor de bezetter. En het lege straatbeeld is vooral een gevolg van het feit dat de Duitsers vrijwel alle auto's hadden gevorderd.

Wethouder Christophe Girard gaat een stap verder en wil de hele handel verbieden. Maar nu nog tot 1 juli te zien in de Bibliothèque de la Ville de Paris, 22 rue Malher, 75004 Paris.

Marché aux puces de Saint Ouen - Paris 1943

Labels: , , ,

27 april 2008

Verdwenen

Een zondagmiddag zomaar, zonder bezoek of verplichting, gunt je tijd om in verbazing om te kijken. Vooral naar NL, waar je de jaren vijftig en zestig hebt benut om het leven te leren. Op de verdwenen lagere school, de ULO en de HBS. De zondagsschool met het grote bord, waarop met flanel en kleurige plaatjes getracht werd je binnenste rijp te maken voor het hogere. De zolder van de pastorie, waar films van Charlie Chaplin werden gedraaid. Ook toegang voor ongelovigen zoals ik.

Vader ging op de fiets naar zijn werk, iets geheimzinnigs waar je pas veel later van begreep wat het voorstelde. Achterop in de zijtas het twaalfuurtje met boterhammenworst en 's winters sneetjes met speculaas. Je dronk ranja, ver voordat Sophietje er beroemd mee werd. En met een vergrootglas liet je de veter van je schoen onbehoorlijk stinken. Wanneer je tenminste niet druk was met het ruilen van halve sigarettendoosjes. Vader rookte Miss Blanche, maar die had bijna iedereen al.

Nostalgie overvalt je, terugdenkend aan Paulus de Boskabouter en Het klokje van zeven uur. Later verdrongen door Dinky Toys, de Meccanodoos en buiten slagbal tussen vier putten in een straat zonder auto's. Diefje met verlos, voetballen met twee jassen als doelpaal en strafregels schrijven op het politiebureau wanneer de bal door een ruit ging. Verdwenen is ook de eerste kennismaking met vrouwelijk bloot in De Lach, het hoorspel Sprong in het heelal op zondagavond en het o zo christelijke Mastklimmen. De pettycoat, waardoor je bij dansles niet meer tegen het meisje van je droom kon aanschuiven.
Weg is de Solex, het Berini eitje en de wijvenbrommer Kaptein Mobylette, de ergste die met beenkappen. Zelf stond je voor de ethische keuze: Puch met een hoog stuur of buikschuiven op een Kreidler, smalle pijpen en coltrui of vetkuif met leren jack, Louis Armstrong of de Selvera's.

Vergeten is ook je eerste zelf gebouwde kristalontvanger en de radiodistributie met op de Duitse zender Chris Howland, de eerste kennismaking met Engelse en Amerikaanse hits. Wat later de transistorradio om onder het huiswerk zachtjes naar Radio Luxemburg te luisteren. De wereld draaide nog langzaam, een zak friet was het culinaire hoogtepunt en bij het station stond nog een pindaman en het summum van vermaak waren grappen van Cees de Lange. Pas toen de kruidenier op de hoek de eerste bezitter werd van een TV-toestel, leek de wereld groter te worden. Bij de show op zaterdagavond werden alle buren uitgenodigd en in het kinderuurtje bleek Paulus een praatkabouter en had je er plots een Tante Hannie bij.

Morgen is het over, beloofd...

Labels: , , ,

26 april 2008

Andorra

Hij loopt er niet dagelijks mee te koop, maar Nicolas Sarkozy is ook nog half staatshoofd van het prinsdom Andorra in de Pyreneeën en is dus best een beetje koninklijk. Formeel is zijn titel zelfs co-prins (en Carla Bruni co-prinses) en hij draagt daarbij als republikein de vorstelijke versierselen. De Franse president deelt die rol met de bisschop van het Spaanse Seo de Urgell. Maar het is allemaal een beetje spel, want sinds 1993 mogen de Franse president en de bisschop uitsluitend lintjes knippen en recepties bijwonen. In dat jaar kwam een einde aan 715 jaar feodale staatsvorm, misschien wel het laatste overblijfsel van middeleeuws bestuur. Andorra is nu volwaardig lid van de Verenigde Naties, heeft een democratisch gekozen parlement en bijbehorende regering.

De bijzondere positie begon toen het berggebied in 803 door de grote Frankenkeizer Charlemagne werd veroverd op de Moren. Die probeerden in die jaren vanuit hun basis in Zuid-Spanje de islam nog steeds naar het noorden te brengen, maar stuitten regelmatig op felle tegenstand van de katholieke Spaanse koningen en hun Franse geloofsgenoten. In 732 had Charles Martel, een van de voorvaderen van Charlemagne, de islamitische opmars bij Poitiers al tot staan gebracht.
Het volkslied El Gran Carlemany eert nog steeds de Frankenvorsten van weleer en bevat de passage 'Ik ben de enig overgebleven dochter van het Karolingische Rijk'.

Bij de dood van Charlemagne kreeg zoon Louis het bergvolkje onder zijn hoede en diens nazaten lieten het weer over aan de bisschoppen van Seo de Urgell. In 1278 bemoeide zelfs de paus zich ermee en met een bul verdeelde hij de macht tussen de bisschop en de graaf van Foix. Toen dat graafschap echter in 1589 vererfde aan de Franse koning, werd Andorra plotseling een speeltje van Versailles. Vanaf die tijd hebben alle Franse staatshoofden de gedeelde souvereiniteit uitgeoefend, maar in de praktijk zat er altijd een magistraat op de winkel te passen.

Andorra is nu vooral een leuk uitje voor de Fransen. Een bezoek aan de hoofdstad Andorra La Vella heeft een hoog consumptief gehalte door het fraaie belastingvriendelijke klimaat. Je tankt even lekker vol, sigaretten en veel drank in de klep, net als co-prins Nicolas I beetje bling-bling shoppen, vorkje prikken en weer naar beneden. Op die manier komt 80% van de inkomsten van de 72.000 inwoners uit de zak van bijna 10 miljoen toeristen per jaar. De rest vooral via het bankwezen dat altijd voorop loopt in een belastingparadijs.

Wil je shoppen als de Fransen, let dan op de vliegende brigades van de douane die het heerlijk vinden om je auto geheel binnenstebuiten te keren op zoek naar weet je veel. Ook voor hen duidelijk een uitje.

Labels: , , ,

25 april 2008

Olivier

Alomtegenwoordig. Dat is de olijfboom in de streken rond de Méditerrannée. Sinds mensenheugenis aanwezig na een overrompelende opmars vanuit Palestina aan de oostelijke kusten. Je kunt er niet omheen, overal zie je de knoestige en gedraaide stammen met altijd groen blijvend gebladerte voor een tikkie schaduw zorgen in een snoeihete zomer. Ze hebben de tijd, groeien langzaam en worden zonder moeite een paar honderd jaar oud. De oudste moet staan op het Griekse eiland Kreta bij het dorpje Vouves, dichtbij het ook door Hollanders druk bezochte haventje van Chania. 2000 jaar zou die boom daar zijn kruin in de lucht hebben gestoken en evenlang de bijzondere vruchten gedragen. Goede tweede is een 1600-jarige reus in Istrië, Kroatië.

Olijven eet je niet zomaar van de boom. Een ritueel van baden en spoelen met ingrediënten als zout en soda is nodig voordat het schaaltje bij het aperitief op tafel komt. Olie persen uit de pure net geplukte vrucht kan wel. De eerste persing extra virgin is de beste, hoe vaker je doorperst hoe meer de olie structuur verliest. En pas op voor goedkope Italiaanse aanbiedingen. Frauduleuze maffioso hebben de laatste jaren de markt flink verziekt.

De historie staat bol van legendes en verhalen over de Olea europea, zoals de soort hier heet. Het geloof speelt daarbij een grote rol. In zijn Odyssee heeft de Griekse dichter-schrijver Homerus het over het vloeibare goud als hij over olijfolie schrijft. De Egyptische farao Toetanchamon werd met al zijn kostbaarheden én een olijftak begraven. Bij de antieke Olympische Spelen werd een winnaar beloond met een takje van de wilde olijfboom van oppergod Zeus, omdat men geloofde dat de kracht van de heilige boom zo op de mens overging. En volgens de bijbel kwam een duif die vanaf de Ark van Noach op verkenning werd gestuurd terug met een olijftakje. Het betekende volgens gelovigen de redding van de mensheid.

Boeken vol zijn geschreven om de olijfcultus tot grote hoogte op te stuwen. En dat lijkt gelukt, want nu geloven wij massaal dat er nauwelijks een andere olie is die kan tippen aan alle goede eigenschappen die aan de olea worden toegeschreven:

. je word er wijs en vredig van
. helpt bij cholesterol verlaging
. vol onverzadigde vetzuren en anti-oxydanten
. verzacht de huid
. helpt om mooi bruin te worden
. kan verhit worden tot 210°
. voorkomt piepende deuren
. heeft een uniek aroma
. doet aan celbescherming
. je kunt er zeep van maken
. is licht verteerbaar en zuivert de maag
. heeft positieve invloed op borstkanker
. beschermt de bloedvaten (waartegen?)
. doet het uitstekend op de fietsketting
. werkt als pijnstiller en ontstekingsremmer
. verhoogt de vruchtbaarheid
. bevordert je libido
. perfecte lampolie
. werkt hetzelfde bij christenen en moslims

Wanneer slechts de helft waar zou zijn is het advies een half vaasje per dag...

Labels: , , ,

24 april 2008

Laguiole

Je hebt dorpen die om welke reden dan ook wereldberoemd zijn, terwijl slechts weinigen buiten de directe omgeving notie hebben waar de vlek precies ligt. Goed voorbeeld is Roquefort. Bussen vol Japanners en sinds kort ook Chinezen komen dagelijks langs om in een vochtige kelder even te ruiken aan een kaasje, lang geleden toevallig ontstaan nadat een schaapherder vergeten was zijn verse wrongel uit een grot mee naar huis te nemen. Wie kent niet het blauwgeaderde gevolg van die vergissing, maar Roquefort-sur-Soulzon in het departement Aveyron, met nog niet helemaal 700 inwoners, rij je zomaar voorbij. Hoewel de indringende geur van de schapenkaas in wijde omtrek je wel de weg kan wijzen.

Vergelijkbaar, maar dan zonder bussen Aziaten, is Laguiole in hetzelfde departement. Niet dat ze er geen voortreffelijk kaasje op het schap hebben. Met de Fourme de Laguiole, een stevige kaas met harde korst en gemaakt van koemelk van het Plateau d'Aubrac (het gelijknamige runderras wordt ook wel Simmental française genoemd), is helemaal niks mis en het zou op een kaasplankje in NL niet misstaan. De oude Romeinen wisten al dat ergens achter Nîmes een knap kaasje te halen was.
Maar Laguiole wordt tot ver over de grenzen vooral geroemd om de bijzondere handgemaakte messen die de 1300 inwoners in hun coutellerie plegen te fabrieken. Hoewel in vrijwel het hele Massif Central allerhande neringdoenden ook een graantje mee proberen te pikken van de messenroem. Groot probleem is dus de echtheid van het snijwonder. Officieel roept iedere Laguiolain dat een echte ook een certificaat heeft. Maar dan rijst natuurlijk de vraag of het certificaat wel echt is.

Hoe dan ook, in elke supermarché liggen Laguiole-messen zonder certificaat maar mét de verzekering van de dienstdoende schappenvuller dat ze echt wel heel echt zijn. Het kenmerk van echt èn namaak is een gestileerd insect op het mes. En ook dat leidt tot heftige discussie in het dorp. Is het een ordinaire vlieg, een nobele bij of een horzel zoals die rond de koeien van Aubrac zwermen? Overleveringen worden gebruikt om het gelijk te bewijzen en zelfs Napoleon zou zich ermee bemoeid hebben. Want al eind 18e eeuw is Laguiole als messendorp in beeld en er zijn verhalen over een nog ouder legendarisch mes. Dat had zelfs de naam Capuchadou en heeft als voorbeeld gediend voor de huidige vorm.

Oordeel en kies partij. Zelf sluit ik me aan bij de bijen-fractie. Een nobel beestje doet het altijd goed in marketing en pub...

Labels: , , ,

23 april 2008

Mitterrand 40-45

Wir haben es nicht gewusst. De Duitse dooddoener om geen verantwoordelijkheid te nemen voor de collectieve schuld rond het uitroeien van joden in de nazi-tijd, kent ook een Frans equivalent. En niet van de eerste de beste.
'On ne savait pas', was destijds de reactie van de latere socialistische president François Mitterrand over zijn grijze oorlogsverleden. In 1942 aanschurkend tegen het met Hitler samenwerkende bewind in Vichy, terwijl in Amsterdam Anne Frank in haar dagboek al repte over het vergassen van joden in Duitse kampen, gehoord op de illegale Engelse BBC-radio. Later verschool hij zich vaak achter het cliché dat in Frankrijk altijd alles grijs is: 'Rien n'est jamais tout noir ni tout blanc'.

De in het Franse leger opgeroepen Mitterrand werd op 14 juni 1940 gewond en raakte in Duitse krijgsgevangenschap. Na twee mislukkingen wist hij in december 1941 uit kamp Stalag IXA bij Kassel te ontsnappen en Frankrijk te bereiken. Terwijl in Engeland De Gaulle het Franse verzet trachtte op te tuigen, melde Mitterrand zich bij de regering van maarschalk Pétain, van wie hij een groot bewonderaar was, en kreeg verschillende ambtelijke functies. Ontmoetingen met linkse ex-krijgsgevangenen brachten hem in '42 aan het twijfelen en hij sloot zich aan bij kringen uit het verzet. Zo zorgde hij ondermeer voor valse papieren waarmee meer Franse soldaten uit Duitse kampen konden vluchten.
Maar tegelijkertijd bleef hij Pétain steunen in diens Rèvolution Nationale, gericht op samenwerking met Hitler en trawanten. Met een aantal extreem-rechtse leden van Pétains entourage onderhield hij contacten en samen met enkelen van hen ontving hij in de lente van 1943 uit handen van de maarschalk de hoge onderscheiding Ordre de la Francisque.

Pétain (links) en Mitterrand (rechts)

Mitterand bleef wankelmoedig balanceren tussen Pétain en het verzet en pas in mei '43, na een ontmoeting met een vertrouweling van De Gaulle, brak hij met zijn beschermers in Vichy.
Vanaf dat moment gebruikte hij zijn geheime contacten met krijgsgevangenen in Duitsland om informatie te verkrijgen over de situatie achter de frontlijn. Actief in het verzet wist hij enkele malen ternauwernood te ontkomen aan arrestatie door de Duitse Sicherheitsdienst. Een ontmoeting met De Gaulle in Algiers leverde hem de status van speciaal agent, verantwoordelijk voor de contacten met krijgsgevangenen.

In 1984 werd Mitterrand door drie rechtse parlementsleden alsnog beschuldigd van collaboratie met de Duitsers. Gesteund door invloedrijke oud-verzetstrijders wist hij zich echter te laten zuiveren. Als president heeft hij echter nooit excuses namens Frankrijk aangeboden voor het op grote schaal deporteren van joden. Ook toen bleef hij balanceren en noemde het een zaak van de regering Vichy en niet van Frankrijk. Als doekje voor het bloeden riep hij de 16e juli uit tot herdenkingsdag voor slachtoffers van racisme en antisemitisme.

In 1994 kwam schrijver Pierre Péan met de onthulling dat François Mitterrand bevriend was met de gehate Vichy-politiechef René Bousquet, ook nog na de oorlog.
Zijn joodse collega publicist Elie Wiesel (Nobelprijs voor de Vrede 1986) merkte daarbij fijntjes op dat de president heel veel slapeloze nachten moet hebben gehad.

Bevrijding concentratiekamp Buchenwald
2e rij, 7e van links bij de staander Elie Wiesel

Labels: , , ,

22 april 2008

Taalgrens

Waarom heeft een Nederlander doorgaans meer moeite de Franse taal te leren dan bijvoorbeeld Engels of Duits? Het antwoord ligt in de oorsprong van het Nederlands, in feite een dialect van het Westgermaans. Taalvergelijking leert dat het Westgermaans behoort tot een taalfamilie die vrijwel alle inheemse talen omvat van Europa tot Achter-Indië, zij het met verschillende graden van verwantschap. Ze heten daarom Indo-europese talen, of ook wel Indo­germaans. Binnen die uitgebreide familie zijn er groepen talen met hechte verbanden en één daarvan is het Westgermaans, inclusief het Nederlands.
En zie, in die groep vinden we ook het Engels, Duits, Fries en de Scandinavische talen. En niet Frans of Russisch, om maar een paar lastige te noemen. We zijn dus gewoon familie.

Zo'n 7500 jaar geleden is de Indogermaanse taalfamilie, vanuit haar kerngebied rond de Zwarte Zee, uiteengevallen door een grote volksverhuizing naar alle windstreken. Oorzaak: grote overstromingen aan het einde van de laatste ijstijd. De bevolking zocht een goed heenkomen en nam behalve de taal ook hun kennis van landbouw en veeteelt mee. Zo ontstonden ondermeer in de Europese rivierdalen de eerste agrarische nederzettingen.
Veel, veel later, in de vierde eeuw na het begin van onze jaartelling joeg de volgende volksverhuizing deze Germanen verder westwaarts. Met name de stam van de Franken vestigde zich in wat nu Nederland is (vooral ten zuiden van de grote rivieren) en rukte verder op tot aan de Loire in Frankrijk. Daar kwam ook de eerste taalgrens omdat verder naar het zuiden de Romaanse taal, een soort volkslatijn, overheersend bleef. Het huidige Frans is daarvan weer een afgeleide en door de invloed van het Westgermaans van de Franken staat het verder af van het Latijn dan andere Romaanse talen als Italiaans en Spaans.

Toch heeft het Westgermaans, en dus onze Nederlandse taal, uiteindelijk verloren van het Romaans van de Galliërs. Vanaf de Loire schoof de taalgrens in de volgende eeuwen naar het noorden op en sinds 1200 loopt die ongeveer gelijk met de toenmalige grote heirweg van Keulen naar Boulogne ten zuiden van Calais. In het uiterste noordoosten van Frankrijk wordt dus nog Nederlands (of eigenlijk Vlaams) gesproken.

Voor België betekent dit dat de grens tussen het Frans en Nederlands dwars door het land loopt en dat juist in de hoofdstad Brussel een sterk Frans georiënteerde bevolking woont. Ook in de Voerstreek, vlak ten zuiden van Maastricht, worden taalsentimenten vaak door Franstaligen uitgespeeld. Juist de afgelopen maanden bleken politieke verschillen in het land van Kuifje vooral ingegeven door wederzijds onbegrip c.q onwil in de twee taalgebieden.

De toekomst zal leren of de taalgrens bestand zal zijn tegen toenemende Franse druk.

Labels: , , ,

21 april 2008

Cannelle

Er is vier jaar lang heel veel over te doen geweest, maar het begint er op te lijken dat René Marquèze vrijgesproken zal worden van het opzettelijk doden van Canelle. Een rechter in Pau besliste vandaag dat de 65-jarige jager op 1 november 2004 uit zelfverdediging handelde toen hij schoot op de toen laatste vrouwelijke bruine beer in de Pyreneeën. Tijdens de jacht op sangliers met enkele vrienden in de Vallée d'Aspe (Pyrénées-Atlantiques), verraste hij de berin en haar 10 maanden oude jong. Toen Cannelle dreigend op hem af kwam restte hem weinig anders dan de trekker over te halen, zo luidde zijn verweer. Uiteraard beaamd door zijn jachtgenoten.
Het schot echode in de media ongewoon lang na, niet in de laatste plaats door de al jaren slepende strijd tussen voorstanders van het berenprogramma en herders en boeren in het Frans-Spaanse berggebied. De aanklager heeft nu nog twee maanden tijd om tegen de uitspraak in beroep te gaan, zodat de echo nog even zal doorklinken.

In 1996 is in de Pyreneeën een project gestart om de stand van de bruine beer, die daar vanouds een leefgebied had, weer op een gezond peil brengen. Op dat moment dreigde de grootste alleseter van Frankrijk, waarvan een volwassen mannetje wel 300 kilo weegt en rechtop de 2.20 m haalt, uit te sterven onder de toenemende druk van jagers en locale schapenhouders. Onder groot protest werden jonge dieren uit Oost-Europa vrijgelaten en wetenschappers gingen aan de slag om het doen en laten van de ours brun in kaart te brengen. Daarvoor waren de beren voorzien van een elektronische halsband om ze te kunnen traceren. Eind 2005 werd de populatie geschat op 14 tot 18 stuks, waarvan slechts drie die ook oorspronkelijk in het gebied leefden. Omdat het voornamelijk mannetjes waren, werden een jaar later nog vier vruchtbare dames losgelaten.

De beschermde bruine beer is een luie jager en houdt zich vooral in leven met voedsel dat ie onderweg vindt. Vruchten, kruiden, eikels, kastanjes, insecten, kadavers van dieren en ook huisdieren of kleinvee wanneer dat toevallig op hun weg komt. 70% van hun kostje is vegetarisch, zeggen de fans. Boeren en herders beweren echter met veel bewijsmateriaal dat hun schapen prominent op het berenmenu staan. Het is dus al jaren dikke bonje tussen beide groepen en het Fonds mondial pour la nature (WWF) riep vandaag al dat de rechterlijke uitspraak een 'permis de tuer' is en voorspelde dat de beren nu vogelvrij zijn, ondanks hun beschermde status.

De affaire Cannelle wordt dus zeker vervolgd, maar misschien René Marquèze niet meer.
Voor hem gold eens te meer jagen of gejaagd worden...

Labels: , , ,

20 april 2008

Hôtel


Een hotel is nog geen hôtel. De laatste tref je namelijk uitsluitend in Frankrijk aan, waar het dakje staat voor de s uit het oude woord hostel. Oorspronkelijk werd het gebruikt voor elk gebouw waar je gasten kon ontvangen. Dus ook grote huizen met veel kamers, die meestal particulier bezit waren van draagkrachtige types. In Paris en andere grote steden ritselt het nog van gebouwen die de naam hôtel dragen, maar waar je niet terecht kunt voor bed plus ontbijt. Hetzelfde geldt voor een Hôtel de Ville, het politieke en bestuurlijke hart van de grotere steden (op de foto die van Paris). In de kleintjes heet dat dan de Mairie.

Bijzonder is de oude vorm Hôtel-Dieu voor een hospitaal, waarvan je bekendste tegenkomt bij een bezoek aan Beaune in de Bourgogne. Beroemd geworden door een hilarische scène uit de film La Grande Vadrouille met Louis de Funès en Bourvil en tegenwoordig ingericht als museum van de Hospices de Beaune. Elke derde zondag in november gebeurt daar ook iets moois met wijn, wanneer de eerste vaten van de fonkelnieuwe Bourgognes worden geveild en tegelijk de prijzen voor de jaargang bekend worden. Helaas voor de Fransen hebben Britten van veilinghuis Christie's de regie over dit spektakel overgenomen, maar het blijft de moeite waard om vooraf even langs te gaan. Ook particulieren mogen namelijk van grote namen als Clos de Vougeot of Mazis Chambertin nippen en dat proeft net iets anders dan bij Lidl. Het duurste vat dat vorig jaar onder de hamer kwam was een Batard-Montrachet voor 52.000 euro. Dat is
€ 228 de liter en dan moet er nog een fles omheen.

Anno 2008 is een hôtel vooral een plek waar je tegen betaling een nachtje je reis kunt onderbreken. Of in de wat duurdere etablissementen inclusief sterrengeflonker de creditcard gebruiken om je tijdelijk welgesteld te laten verwennen. Zoals de Amerikaanse miljardair Howard Hughes, die het grootste deel van zijn leven met zijn entourage in hotels woonde. In 1966, na een maand in de duurste suite te hebben gebivakkeerd, kocht hij de luxueuze Desert Inn in Las Vegas. Mode ontwerpster Coco Chanel was wat honkvaster. Zij woonde 37 jaar in de Ritz in Parijs en sinds haar dood in 1971 draagt de 3-kamer suite nog steeds haar naam. Voor 4300 dollar mag je er een uiltje knappen.

Voor het oudste nog in gebruik zijnde gastenverblijf in Frankrijk moet je naar het prachtige middeleeuwse stadje Provins in de Champagne, noordoost van Paris. De gevel van de Hostellerie de la Croix d'Or is nog in precies dezelfde staat als in 1270, toen het hotel gereed kwam. Het staat sinds 1931 op de nationale monumentenlijst. Nu weliswaar alleen nog als restaurant in bedrijf, maar er tegenover slaap je in hôtel Valuisant nog in een 18e eeuwse entourage.

Blijf er maar een nachtje, want het stadje staat bol van eeuwenoude monumenten. En een vorkje prikken onder zeven eeuwen oude balken doe je ook niet elke dag.



Labels: , , ,

19 april 2008

Circus

Het circus heeft in Frankrijk een lange geschiedenis, al komt de Brit Philip Astley de eer toe van het eerste spektakel in 1768 in Londen. Maar al in 1774 kwam hij aan deze kant van het Kanaal voor de Franse première, in de Parijse manege Razade aan de rue des Vieilles Tuileries. Vooral veel paardenspul met vader Philip in de hoofdrol als le plus bel homme d'Europe, zoals hij op de affiches werd aangekondigd. Zijn 17-jarige zoon, met een 'vrouwelijke gratie' aldus de recensent van dienst, deed het niet veel minder. Hij stal de harten met een dansje op een galopperend paard, afgekeken van de beroemde Italiaanse choreograaf Gaëtan Vestris. In het programma verder een koorddanser, een paillase die we tegenwoordig clown zouden noemen en als bizarre publiekstrekker een 4-jarig meisje dat piano speelde.
De ware circusliefhebber kan niet zonder een bezoek aan het graf van Philip Astley op het Parijse artiestenkerkhof Père Lachaise, waar hij in 1814 uit de spotlights verdween.

Een flink aantal circussen reist nog elk jaar door heel Frankrijk om met name de stadjes en dorpjes in de campagne te gerieven. Met veel decibels wordt de bevolking in de ochtenduren kond gedaan van het tijdstip waarop de matinee aanvangt. Intussen wordt de tent opgezet, de kameel uitgelaten en ander gedierte aan jeugd en hangouderen getoond. Bekende namen die regelmatig langstrekken zijn Alexis Grüss, Achille Zavata en Cirque Bouglione. Na één dag is het meestal over en trekt de karavaan naar het volgende dorp. Het is een bestaan in de marge, want de tv-zenders doen heel veel variété in de avonduren en het publiek is verwend. Desondanks telt F twee grote circusscholen (Rosny-sur-Bois en Châlons-en-Champagne) en een achttal kleinere gespecialiseerde opleidingen, waaronder Balthazar vlakbij in Montpellier.

Veel van die jonge artiesten komen terecht bij wellicht het beroemdste moderne circus, het Cirque du Soleil. Door velen gezien als een Frans gezelschap, maar opgericht in 1984 in Montréal (Frans Canada) als samenwerkingsverband van groepen artiesten die met verschillende acts verspreid over de hele wereld optreden. Een circus zonder dieren, met veel indrukwekkende licht- en geluidseffecten en waar jongleren, trapeze, acrobatiek en clownerie worden gecombineerd met muziek, zang en dans.
Het voorbeeld uit Montréal heeft echter ook in Frankrijk veel navolging gekregen en er is al een dertigtal kleine groepen actief, vooral op festivals, feria's, zomerfeesten en in het koude seizoen in theaters of expositiehallen. Juist deze nouveau cirque zorgen voor toeloop bij de diverse opleidingen.

Circus leeft dus, ondanks kommervol bestaan van rondreizende dierenacts.

Labels: , ,

18 april 2008

Reis

Een reis naar geliefden en oude vrienden in NL kost per vlieger een fractie van de autoreis die twee maal per jaar op de kalender staat. De voiture is dan nodig om alle presentjes voor nageslacht te transporteren. Aangevuld met proefflessen voor een dégustation bij een bevriende restaurateur en nog wat typische versnaperingen uit onze streek. De voorjaarsreis een tocht terug in de tijd. Fruitbomen hier al uitgebloeid, voorbij Clermont nog zichtbare bloesem en een tankbeurt later in zompig België vallen ze niet eens op tussen het grijs van bladloos geboomte.

Onderweg geen autoroute. Frankrijk is te schoon en afwisselend om met 130 te consumeren. Verrassend hoeveel routes er zijn tussen hier en daar, langs culinaire herinneringen aan vorige strooptochten. Het restaurant in Tonnerre waar we moesten overleven terwijl de garagist een koppakking verving. Het klassieke hotel in Langres, waar diezelfde auto voor een paar francs meer door de eigenaar ergens op een geheime plek werd geparkeerd. En keurig de volgende ochtend weer voor het trapje was teruggevonden. De lang vergeten smaak van een oeuf meurette in een Bourgondisch eethuisje, tussen routiers en ouvriers. Prachtige Vlaamse frieten net voorbij de taalgrens, of een Brusselse wafel uit een overladen vitrine bij de patisserie in Bastogne.

Boeiend ook hoe het landschap door de voorruit net zo verandert als het gedrag van de localen. Vooral de manier waarop het verkeer zich in 1100 kilometer aanpast aan de driften van de landsaard. Het Franse zuiden neemt het niet zo nauw met regels en borden. Hoge snelheden, motoren links en rechts, parkeren waar het maar kan of liever nog waar niet. In het noorden, waar zelfs de natuur aangeharkt lijkt, gaat alles trager en keurig. Veel oudere mannen met petten in Renault viertjes houden de gemiddelde snelheid aardig op.
Voorbij Bouillon, het mag ook Arlon of Mons zijn, lijken de wegen sinds Clovis niet meer hersteld of aangeveegd. Behalve dan op een stukje waar Ets. Debruyckere met een bord meldt dat de bermen in februari zijn leeggeprikt, met het verzoek dat zo te houden. Rommelig is de beste omschrijving van de Belgische chauffeur, vaak onvoorspelbaar en met wegwijzers onbekend lijkt het wel.

Dan NL. Nog maar net de grens voorbij, of het asfalt is vol en het gejakker begint. De drukte maakt het onmogelijk een snelheidsovertreding te begaan en toch lijkt dat voor eeniegelijk het ultieme doel. Er wordt felle jacht gemaakt op elke bumper die in beeld verschijnt en slechts bij tankstations blijkt dat het blik is gevuld met warme, aardige en wellicht iets te gevulde warme lijven. Verzamelplaatsen voor hongerigen zijn het geworden. De stank van aardolieprodukten wordt ruimschoots overtroffen door de walm van goulashkroket en frikandel.

We voelen ons desondanks weer een beetje thuis...

Labels: , ,

17 april 2008

Utrecht

Een bezoek aan NL, in dit geval Utrecht en vroegere horigheden van het oude bisdom, is een puike aanleiding banden tussen hier en daar onder het vergrootglas te leggen. Juist dat bisdom, ontstaan in 703 als de Engelse prediker Willibrord vanuit Friesland in het Sticht de eerste bisschop wordt, krijgt in de 9e eeuw veel te maken met ordonnanties uit Frankrijk. Was het niet Frankenkeizer Charlemagne die de kerkelijke indeling van de Lage Landen op de schop neemt? Vanaf dat moment hoort vrijwel heel Nederland bij het bisdom Utrecht, waar overigens de aartsbisschop van Keulen het uiteindelijk voor het zeggen heeft.

Tot 1559 is de kerkvader van de Utrechtse Domkerk bovendien prins-bisschop, dus met zogenoemde 'heerlijke rechten' oftewel wereldlijke macht. Niet vreemd in die jaren, waar bisschoppen er zelfs legertjes op na houden om die macht kracht bij te zetten. De locale adel levert dan ook veel mankracht voor dienst op de kansel. In 1580 valt het doek voorlopig tijdens de worsteling van de protestantse Unie van Utrecht tegen het katholieke Spanje en wordt het uitoefenen van het katholieke geloof in de stad Utrecht zelfs verboden. Wanneer in 1674 een tornado het middenschip van de Dom wegblaast, zien niet-katholieken dat beslist als een teken van boven...

Wanneer NL en dus ook Utrecht in 1795 aanhangsel van Parijs worden, krijgen Fransgezinde patriotten het in de stad voor het zeggen. In navolging van de Révolution worden regenten en hun ambtenaren gewipt, volgen verkiezingen en krijgt het volk de macht. Behalve dan oranjegezinden (aanhangers van de verdreven stadhouder Willem V), vrouwen, militairen, criminelen en mensen die leven van de bedeling. Die moeten nog lang wachten op hun stemrecht. De Franse tijd wordt ook zichtbaar op het Neude, waar een standbeeld komt van de vrijheidsmaagd, symbool voor de band met de Franse Marianne.

tweetalige krant met rechts aankondiging bezoek Napoleon
(klik voor een vergroting)

Na de opkomst van Napoleon Bonaparte worden ook in NL een boel radicale vernieuwingen teruggeschroefd. In 1806 komt broertje Louis Napoleon koning spelen, drie jaar later is de Franse Code Napoleon ook voor Utrecht de geldende wet en in 1810 volgt de definitieve inlijving. Keizer Napoleon zelf maakt in de herfst van 1811 een inspectietocht door zijn nieuwe bezittingen en laat zich in verschillende steden rondrijden en toejuichen. Utrecht krijgt deze eer niet. Zijn geheime agenten hebben namelijk ontdekt dat de grachten voorzien zijn van werfkelders, die makkelijk gevuld kunnen worden met kruit. Een aanslag is dus een fluitje van een centime. De rijtoer over de Oude en Nieuwe Gracht wordt dan ook geschrapt.

Oude Gracht 1926

Na de val van Napoleon in 1813 vertrekken de Fransen met klapperende hoeven en door de nieuwe grondwet van 1848 krijgt Utrecht zijn bisschop weer terug. Wat tot 1996 overeind blijft is de dienstplicht, een Franse uitvinding.

Labels: , , ,